HEEMSCHUT
71
in den loop der tijden hadden uitgebreid, werden in 1635 wegens bouwvalligheid afgebroken.
Vooral het klooster toch, had herhaaldelijk moeten ondervinden, dat de Godsdiensttwisten als
gevolg der Hervorming, nu niet direct bevorderlijk waren voor een rustig en gaaf voortbestaan.
Meermalen toch, o. a. in zeer sterke mate in 1577 na de pacificatie van Gent, stonden de
gebouwen aan verwoesting en plundering bloot.
Inmiddels was Maastricht in 1579 door PARMA weder ingenomen en konden de kloosterlingen
hun klooster herbouwen en mochten ditmaal de voldoening smaken dat in 1632 bij de overgave
van Maastricht aan de troepen der Vereenigde Provinciën hun klooster-niet nogmaals ver
woest werd.
Bij de belegering en beschieting der stad door de Franschen in 1793 en '94, moest het
klooster het wederom ontgelden, voornamelijk doordat een voltreffer groote verwoestingen
aanrichtte en nog waren de herstellingswerken niet geheel voleindigd, toén in 1796 het
klooster werd opgeheven. Klooster en kerk zijn daarna door de Franschen aan de stad
overgedragen, die de kerk tot tuighuis inrichtte en'het klooster achtereenvolgens-als'centrale
school en athenaeum gebruikte. Thans is er de Hoogere Handelsschocl in ondergebracht.
Van het complex kloostergebouwen bestaan ten huidigen dage nog slechts de ten noorden
van de kerk gelegen westelijke vleugel welks frontgevel zich, zooals reeds gezegd, rechthoekig
bij de kerk aansluit, alsmede een gedeelte van den aan dezen vleugel aangebouwden noorde
lijken vleugel.
De op de foto afgebeelde zuidgevel heeft in de linkerhelft een halfrond gesloten ingangspoort
in een omlijsting van Naamschen steen van twee geblokte pilasters met,boog waarvan de
sluitsteen het jaartal 1664 draagt. Een op twee kapiteeltjes rustend hoofdgestel en een segment-
vormig fronton, waarin een gebeeldhouwde cartouche van mergelsteen is aangebracht, bekronen
het geheel. Links van de poort is de baksteenen binnenmuur van de eertijds aangebouwde, ip
1926 afgebroken portiersloge, nog duidelijk zichtbaar. Boven de poort bevindt zich een latér
uitgebroken venster met tuimelraam. De oorspronkelijke smalle vensters zijn dichtgemetseld.
Gevel en top zijn gescheiden door een geprofileerde waterlijst. De top, met gebogen kantlijnen
en spiraalvormige krullen versierd is verder door twee van die lijsten in drie vakken verdeeld,
waarvan het bovenste een ronde licht-opening en het onderste twee met een driehoekig fronton
gedekte omlijste vensters bevat, waarvan het rechtsche is dichtgemetseld.
De oostelijke buitenmuur, aan de tuinzijde, is van mergelsteen met sporen van een vijftal
gotische vensters. De noordelijke gevel, eveneens van mergel, vertoont aan de onderzijde
sporen van den gedeeltelijk afgebroken noordelijken vleugel en ter hoogte van de eerste
verdieping drie dichtgemetselde eveneens gothische vensters.
De westelijke muur, naar de zijde van de Helmstraat (op de foto geheel links) is van baksteen,
heeft groote gewijzigde kruisvensters en jaarankers 1663.
De zuidelijke gevel, die er thans nogal verwaarloosd uitziet, zal onder leiding van den
Maastrichtschen architect W. SPRENGER worden gerestaureerd en zal met den voorgevel
van de reeds 1912/1917 gerestaureerde kerk, nu dit alles door het afbreken der oude
portiersloge en nog eenige huizen aan de Helmstraat geheel vrij is gekomen, een interessant
hoekje Maastrichtsche geschiedenis vormen.
De dertiende-eeuwsche kerk is thans tot concertzaal ingericht en is in het vorig jaar
uitgerust met een groot concertorgel, een bezit waarop slechts zeer weinig steden kunnen
bogen en dat er niet weinig toe bijdraagt van dit historisch hoekje een centrum van muzikale
kunstuiting te maken.
W. F. H. de Haan.