HEEMSCHJJT
75
Terug naar de natuur dus, door het wandelen. Heropening voor de jeugd van een levensweg,
al te dwaas gesloten door maatschappelijke opvattingen en'socialenbouw der huidige
gemeenschap. Voorkomen is beter dan genezen zeggen de leiders der beweging terecht.
Niet wachten tot de jeugd verdorven, geestelijk en lichamelijk krank, een last instede een
zegen voor de gemeenschap is. Tijdig ingrijpen door het verbroken verband met de natuur
te herstellen, door het terug in eere brengen van hetgeen de menschheid, als bezeten door
zelfmoordgedachten, verleerd en verbannen heefthet gezonde, sterkende wandelen in de vrije
natuur, los van alle menschelijke uitvindingen, van alle door de menschen geschapene,
belemmerende banden.
De jeugd dus terug de, baan op, niet in auto's, treinen of tram," maar met het eenige
voorvaderlijke vervoermiddel: het spel der eigen spieren en der eigen longen. En, om uit te
rusten: de jeugdherberg.
Zooals wij gezien hebben, telt Duitschland thans een gansch net zulker herbergen. Zij zijn
toegankelijk, zoowel voor jongens als voor meisjes. Ook scholen op uitstap maken er gebruik
van en wel in steeds stijgend aantal. Na een vermoeienden dag, doorgebracht in de Vrije
natuur, vinden zij er een goed en eenvoudig onderkomen, in een aangepast midden. Tijdens
feest- en vacantiedagen laten zij toe tochten die verscheidene dagen duren", voor weinig
kosten te ondernemen.
Vele dezer jeugdherbergen zijn ruime gebouwen, voorzien van mooie dagverblijven, slaapzalen,
keukens en volledig ingerichte badkamers. Sommige zijn nieuw gebouwd, in modernen stijl.
Andere weer zijn ondergebracht in oude historische gebouwen, waar Duitschland zoo rijk
aan is. Soms ook zijn het eenvoudige landhuisjes of een paar kamers, in of dichtbij een
school. Soms ook doet een oude, buiten gebruik gestelde molen, den vereischten dienst.
Maar steeds zijn de herbergen zindelijk, verschaffen bed en linnen, en de meeste bieden
gelegenheid tot wasschen en koken.
De herbergvoorschriften zelve zijn niet talrijk, maar eenvoudig en in het belang van alle
bezoekers. Een dienst van meiden en knechten bestaat er niet. De trekker bereidt zelf zijn
maal, ,,hèlp u zelf" moet zijn leus zijn.
Een herbergvader zorgt voor de onontbeerlijke orde en tucht en de schikkingen, door hem
getroffen, moeten stipt nageleefd worden. Pas als de jeugdherberg zindelijk is, mag de
bezoeker ze verlaten. Tabak en alkooi zijn verboden en, tijdens het volle reisseizoen, mag
men slechts één nacht in dezelfde herberg verblijven.
Wie is nu tot de herbergen toegelaten en hoe geraakt men er binnen?
Hoofdzakelijk zijn de jeugdherbergen ingericht voor de jonge lieden van beide geslachten.
Maar ook ouderen mogen er gebruik van maken, wanneer zij lid zijn van het „Verband".
Jonge trekkers beneden de 20 jaar hebben steeds de voorkeur tot 7 uur 's avonds. Iedere
godsdienstige of politieke richting wordt streng geweerdde kameraadschappelijke geest
blijkt dan ook voortreffelijk en elke mogelijke klasse of overtuiging maakt er dan ook gebruik
van. Handelsreizigers, landloopers, werkzoekenden, gewone zomertoeristen, motocyclisten of
automobilisten zijn natuurlijk niet toegelaten.
Een knapzak op den rug, voor jonge trekkers een herbergpas en voor ouderen een lidkaart
van den Bond, en gij zijt welkom. ,De Bond zelf heeft zijn hoofdzetel in Westfalen. Een
geïllustreerd tijdschrift „Die Jugendherberge" wordt door hem uitgegeven.
In de laatste jaren heeft ook de beweging in Nederland flink voet gevat. In 1928 werd daar
de eerste herberg geopend en thans is het aantal reeds tot 34 gestegen, terwijl er nog enkele
in voorbereiding zijn. De Nederlandsche beweging is historisch en psychologisch nochtans