VERLIES EN WINST IN OOSTERBEEK'S OMGEVING 56 HEEMSCHUT OPENSTELLING VAN „DUNO" EN „HUNNESCHANS" Is het waar, dat bijna nooit vreugde onvermengd is, dat kinderen alléén dat zuivere genot beleven bij 't spel of als zij met een of ander lang gewenscht ding gelukkig gemaakt worden? Ik geloof, dat alles afhangt van temperament en verbeelding en dat alle gevoelens, dus óók vreugdevolle, intens beleefd worden, en onvermengd, op 't oogenblik dat objecten, die ge voelens in ons vermogen op te roepen. „Gevoelig" zijn is een gevaar en een voorrecht: ethisch-aanvoelenden zullen evenzeer in vervoering komen voor schoonheid in kunst en natuur als gehinderd en geërgerd worden door de tallooze leelijkheden en banaliteiten der moderne Europeesche beschaving (hadden de oude Grieken, hebben de Hindoes geen voornamer levenshouding?!) en het steeds bestaan van de kwade machten, die het schitterendste natuurschoon aanranden, als er maar geld uit te kloppen is. Het lawaai, één der kanten van de snellevenskoorts onzer groote steden, die van sommige menschen de zenuwen sloopt, trekt in triomf mee als de voortschrijdende beschaving weer een stuk natuur veroverd heeft en de stilte, heerscheres van het diepe bosch zonder „gemakkelijke verkeerswegen", wordt als overwonnene vernietigden steeds minder is die natuurstilte te vinden in den omtrek van de moderne stad. Gaat GEORGES DUHAMEL om dit alles, wat hij, net als wij, de veramerikaniseering der beschaving noemt, in „Querelles de familie" niet geweldig te keer tegen machine- en over 't algemeen techniekmisbruik? Deze ouverture tot het eigenlijke opus, dat een lofzang zonder meer zou moeten worden op zoo pas verkregen verrijking en veiligstelling van natuurschoon van buitengewoon gehalte bij Oosterbeek, draagt met reden naast blijde klanken, vertolkers van „onvermengde vreugde", eenige zéér schrille, aankondigers van dreiging van gevaar, en eenige zéér opstandige, door het machteloos toezien bij opnieuw ergerlijke, en wegens voorzichtige geleidelijkheid des te gevaarlijker „aanvreting"; van natuurpracht door het niet te verzadigen bouwterrein-monster, en het gaat weer om natuurpracht van zulk een waarde, dat de staat als vertolker der ge meenschap hier onmiddellijk (het kan zóó te laat zijnhalt zou moeten kunnen roepen. Onder den verschen indruk ook van bij een buitengewoon genotvolle wandeling, neezwerving op „Vijverberg en Warnsborn" (na zoo moeilijken strijd door de jonge Vereen. „Geldersch Landschap" als wandelpark veroverd), verlevendigd besef van 't groote nut, eigenlijk de onmisbaarheid van dergelijke instellingen, die, minder algemeen als b.v. Heemschut of Natuur monumenten, meer de belaagde schoonheid van ééne provincie beschermen willen, onder dien indruk ook wil ik in dit blad over verlies en winst in Arnhem's omgeving, en meer speciaal over die van het riante Oosterbeek, dat ik béter ken, schrijven en bij voornoemde dreiging kan ik niets doen dan waarschuwen en roepen. Als ten slotte een econoom als Prof. KEYNES het „economisch probleem" voor de menschheid niet het duurzame noemt, maar idealistisch uitziet naar een in de toekomst meer voor ver geestelijking dan voor kapitaal-verovering levend menschdom, (zie artikel „Telegraaf" 19 0ct. 1930: „De 'toekomst van ons nageslacht"), dan kunnen allen, die doordrongen zijn van 't hooge belang van natuur- en stadsschoonbehoud, nu al voor dien beteren tijd werken, door mèe te helpen te bewaren, wat misschien door te laat ingrijpen onherroepelijk verloren zou gaan. Onvermengde vreugde, bevredigende slotakkoorden zullen we maar eerst niet met de dissonanten beginnen? Ik geef dan toe aan een gezonde behoefte om tevreden naar huis te gaan.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1932 | | pagina 6