HEEMSCHUT
63
even verder steekt plotseling een witte hoek ver boven u omhoog, en verdwijnt een oogen-
blik daarna weer.
Wat nog te zeggen van den prachtigen aanleg beoosten het huis, die, minder stijf dan die
van het deftige Middachter-kasteel, de natuur bijna niet forceerde; die op de terrassen op
de glooiing een keur van kleine bloemen en planten laat gedijen, die een trapje door onkruid
en woekerplant geheel laat overgroeien; waar duizendschoon, irissen, blauwe kelken, 't witte
en roode vingerhoedskruid, camilletjes, witte en blauwe margerieten en de eglantieren in
bloembedjes ongestoord bloeien.
Van een soort kruid, dat op een grijze wolk gelijkt, wilde ik den naam weten ('k had vroeger
op school een slecht cijfer voor plantkunde en stak m'n licht op bij iemand, die terdege
zaakkundig is); het is een soort gipskruid: het ..gypsophilapaniculara".
In de kassen rijpten, bij tientallen zelfs bananen. En waar elders in Nederland zal
men gedurende enkele weken van den voorzomer de bloemenpracht van de azalen mollis in
zóó groote veelheid kunnen bewonderen als hier op den Duno? Een heel laantje laat die
bloemenweelde zien in fijne kleurwisseling, die den weg met feestbouquetten tooit in onafge
broken rij, als gold het gewone boombeplanting!
En hoe markant ligt daar de HunneschansOm er op te komen, moet ge een greppel
oversteken, die eigenlijk het overblijfsel moet zijn van de schutgrachten van de waarschijnlijk
door de Romeinen gebouwde schans. Dan is men op het plateau, op den heuveltop die pal
boven den Rijn staat. Een heel oude eik, met geweldige knoestige takken als armen van een
inktvisch, schijnt met z'n spookachtig voorkomen den ingang te willen verdedigen. Dr. J. H.
HOLWERDA herkent in den Hunneschans-heuvel een Saksische gravenburcht uit de vroege
Middeleeuwen. In 1892 werd bij het grintbaggeren in den Rijn goudbeslag van Romeinsche
paardetuigen opgebaggerd en men heeft, om die vondst te verklaren, verondersteld, dat de
Bataven onder een der aanvoerders van CLAUDIUS ClVILIS een strooptocht naar Nijmegen
ondernomen hebbende, achtervolgd en bij den Rijn, toen zij dien wilden oversteken, vernietigd
werden met buit en al. (Deze gegevens zijn weer ontleend aan bovengemelde bron).
Uit een reisbeschrijving, voorkomende in het familieboek, dat CHARLES BOISSEVAIN, de
vroegere hoofdredacteur van het Handelsblad schreef over het geslacht BOISSEVAIN, en waarin
van een bezoek aan „Duunoog" verhaald wordt, citeert de Hr. WESSELING nog het volgende
(en het levert mij een rustige, „soliede" versterking van m'n lofzang op dit natuurschoon en
ontneemt, hoop ik, daardoor iederen grond aan verdenking van overdrijving).
„Van de pont, waarmede wij overvaarden, hadden wij een schoon gezicht over den Rijn
en wij reeden vervolgens den Duunoog op, en arriveerden te 10 uren Het grootsch
en ruim uitzicht aldaar gaat alle beschrijving te boven Nadat wij den Doornwaard
doorwandeld en het al oude Kasteel bezichtigd hadden, retourneerden wij over de bergen en
de groote Cascade weder naar het verrukkelijke Duunoog, langs en over een groote menigte
trappen.
Hiermee wil ik besluiten.
Niet groot van afmeting, maar grootsch en belangrijk van formatie, zijn Hunneschans en
Duno met hun steile heuvelwanden, recht naar de middagzon toegekeerd en er door geblakerd,
de schitterendste fragmenten van den zuidelijken Veluwezoom en het culminatiepunt .in het
rijke Oosterbeeksche natuurschoon.
Fr. ALTHUIZEN, Musicus HaarlemOosterbeek.
P.S. Kaarten a f 1.— per jaar geven toegang tot de landgoederen.