62 HEEMSCHUT dat ge,' steeds de in halven cirkel loopende lijn van den heuvelvoet volgende, aan den over kant van het dal behoort uit te komen, dan zal het gebeuren, dat ge den „gang van zaken heelemaal niet meer begrijpt". Ge moest toch een gewonen boog maken om, van huize Duno vertrokken, aan den anderen kant van het komvormige dal, juist er tegenover, waar ge over het dal het huis weer ziet liggen, uit te komen. Uw pad maakt echter eerst een kleinen boog, loopt weer terug en maakt daarna nog een boogIk weet nog, hoe grappig ik dat mysterie vond, toen'ik de ligging der hoofdpunten van het landgoed begrepen had en naar de oorzaak van die dolerij zocht. Wat is het geval? Midden door het dal loopt nog tot midden er in, een tweede lage heuvelrug en daar kronkelen de paadjes om- en overheen, 't Mooiste is, dat ge, aangekomen tegenover het huis en, over het dal van den zeldzamen aanblik genietende, die het panorama biedt, eenvoudig niets kunt bemerken, of pas na groote moeite, van dien tweeden heuvelrug, omdat die met z'n groen in al dat andere groen opgaat en geen scheidingslijn meer laat ontdekken Dat panorama over het dal. (Hier moest nu een poëtische ontlading volgen!) Ge moet het zien in den laten namiddag, wanneer de zon al sterk dalende is. Huize Duno is er, geheel rechts gelegen, in eën open plaats, waar het naar den Rijn afdalende geboomte terugwijkt, met z'n witte steen een uiterst schilderachtig motief in deze grootsche natuurpracht en in de streeling van den zonneglans begint die blankheid warm te leven; het geheel is van een bijna exotische schoonheid. Het is of de omgeving hier spreekt van andere landen, andere tijden, of legendegeheimenissen bewaard blijven in dezen groenen bergwand. Voelde ROUSSEAU in de landschappen niet stemming en karakter aan, vergelijkbaar met die van levende wezens, en waarop wij onbewust reageeren? Uit de zonnige, vriendelijke schoon heid van den Duno, uit den liefelijken toon, die in het landschap spreekt, schijnt ook goedheid te gaan naar allen, die er ontvankelijk voor zijn. Wie zou niet opgetogen worden bij alles wat de toch weinig uitgestrekte Duno biedt? Bij het ontdekken van het „Jachtpad", dat onder hooge beuken in een stoute beweging zoo parmantig vlak boven den „afgrond" slingert? Bij het rustig genieten aan de charmante waterpartij met de vijvertjes en het bronnetje dat met een o zoo klein waterstraaltje door een rotskloofje (aanleg?) uit den berg te voorschijn komt In het Landgoed van den Hr. DRIESSEN, ten W. van den Duno gaat de natuurweelde onge stoord verder met nog eens die berg- en dalformatie, en daarop volgen, gelegen tegenover kasteel Doorwerth alweer Reigersberg, Rolandseck, Koningsberg en Molenberg met de twee kleinere, maar met zwaar geboomte bezette en door ondoordringbaar klein hout begrensde dalen daartusschen. Doordat gelukkig geen prikkeldraad de grens tusschen de twee landgoederen aangeeft, was ik, onwetend, even buiten de grens van den opengestelden Duno in een afdalend paadje terecht gekomen. En de heerlijke verboden wandeling liet mij gaan langs rijen kleine bochtige eiken, en ach lezer, ik vrees u te vermoeien met al deze opsommingen en gewaarwordingen ik ontwaarde tusschen de stammen door (het was nog vlak vóór in de lente) die prachtige groep dennen, wellicht de mooiste van deze heele streek, die, weinig in getal, maar sterk aaneen gesloten, gelijk die weergalooze zuilenrij van de Baalbeck-ruïnes, hun donkere kruinen in schuine rij laten afloopen, hoog verheven boven de zee van groen om hen heen, in scherpe teekening den geheelen omtrek beheerschend. Een baken zijn ze, die prachtboomen, want bij 't stijgen en dalen kan men ze telkens opnieuw ontdekken. Gaat ge bij huize Duno de trap af dan ziet ge beneden niets meer van de woning, maar

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1932 | | pagina 12