HEEMSCHUT
61
het buiten Duunoog en Duinoog geheeten, en het behoorde in 1741 ook reeds tot de heerlijk
heid Doorwerth. In 1807 kwam „Duno" in 't bezit van den heer M. J. MACARÉ, die lid
was van den z.g. Aziatischen raad, een soort Ministerie van Koloniën. Een jaar later komt
Koning LOUIS BONAPARTE den bezitter van het landgoed bezoeken; in 1852 vertoeft de
familie VAN EEGHEN op huize Duno, dat nu.... hotel is; weer later is er zelfs een jongens
kostschool en een zekere baron VAN PALLANDT VAN OUD-BEIJERLAND wordt de bouwer
van het tegenwoordige witte huis. Naderhand schijnt het goed eerst verhuurd te zijn geweest
aan een oud-gouverneur-generaal, de heer VAN LANSBERGHE, toen verkocht aan den heer
SCHEFFER.
Nadat diens stichting, de model-melkinrichting „Huis ter Aa" een mislukking geworden was,
werd het oostelijkste deel van de bezitting (nu buiten het landgoed gelegen) het reeds be
schreven Seelbeeck-dal, een prooi van de ook al vermelde rubberindustriec'e Hevea. De
laatste eigenaar van den Duno was de heer ODO VAN VLOTEN, die er teruggetrokken leefde
en die kort geleden, na jaren van ziekte, overleden is. Den Duno legateerde hij aan het
„Geldersch Landschap", en deze edelmoedige en van piëteit voor de door den overledene
zelf zoo geliefde natuur getuigende daad heeft den Duno voor altijd veilig gesteld.
Jammer is o.i. dat, volgens de laatste berichten, huize Duno hotel 'zal worden; moet men
niet vreezen een totale verstoring van de vredige sfeer van het ouderwetsche voorplein door
onvermijdelijke autobedrijvigheid, die hier haar terrein van actie zal hebben, op deze door
hoog geboomte omzoomde, zeer stemmige plaats, die de pretentielooze koets- en woonhuizen,
pompstation en torentje in vredige sfeer liet rusten?
Een lusthof is de Duno. Ik zag hem, den dag der openstelling, in wintertenue nog, even
later in doorzichtig lentekleed, in groenen mantel prijkend nu, in den zomer.
Ge moet op een mooien zomeravond komen op Hunneschans als de avondzon een wijde
Betuwe laat zien, die haar hongerden, haar graslanden, de dorpen met haar kerktorens in
wazige verten zich laat verliezen. Onmerkbaar zacht glijden schaduwen over 't land, en geven
wat dieper toon hier en daar in het tintenspel der in zonnigen avond rustende wereld. Over
den stompen toren van Eist heen golven in doorzichtig blauw de heuvels van Nijmegen en
in 't Oosten laat de zon de lichtende flank van den Eltenerberg ontwaren. In sierlijk-gebogen
lijn komt de Rijn even langs den Dunovoet stroomen; door de uiterwaarden slingerend heeft
hij Arnhem verlaten, welks Ensebius een eind boven den linkschen horizon uitschiet.
Wanneer de wandelaar ter hoogte van „huize Duno" een weinig opvallende, niet mooie,
wit gepleisterde woning een paadje gaat volgen in westelijke richting, kan hij niet ver
moeden, dat daaronder nog twee dezelfde richting uitgaan, want het zeer dichte lage ge
boomte, in hoofdzaak eikenhakhout, laat niet toe, van één paadje uit, de twee andere te
ontwaren, behalve natuurlijk als ze zoo bij toeval eens naar elkaar toeloopen. Het bovenste
paadje blijft „boven" en volgt gedeeltelijk de grens van die bebossching, tot waar het land
goed overgaat in het aansluitende eigendom van den heer V. DRIESSEN.
De lager gelegen weggetjes laten u dwalen, want zij volgen in bochtige lijn den vooruit
springenden of terugwijkenden rand van den heuvel en slingeren zóó grillig, dat de wandelaar,
die nog op ontdekkingstocht zou zijn, op een gegeven oogenblik de kluts kwijt raakt; en
dit is haast de grootste charme van het landgoed, waarvan het gedeelte bewesten het huis
in rechte lijn in een tien minuten of kwartier doorloopen kan worden, dat het u naar harte
lust dólen laat en bij steeds varieerend decor al gauw genoeg een uur in beslag neemt.
Volgt ge één van de onderste raje-raje waar ga ik naar toe-weggetjes en ge weet beslist,