DE HAVENDIJK TE ENKHUIZEN
38 HEEMSCHUT
De Noord-Hollandsche stadjes ontleenen hun schoonheid voor een groot deel aan het water
hunner grachtjes. Die grachtjes zijn oudtijds niet gemaakt om der schoonheids wille, doch
uitsluitend uit practische overwegingen, voor verdediging, voor waterafvoer, voor de scheep
vaart doch 't meest voor iets koelnuchters, voor verkrijging van grond om de omliggende
bouwterreinen op te hoogen Ze deden na voltooiing der bebouwing tevens practisch nut
voor hoofdriool en zoo mogelijk tevens voor waschplaats, zelfs voor drinkwater Van al die
practische toepassingen geeft de tijd afwisseling Het gebruik voor de scheepvaart of haven
neemt af en dan zegt de practisch aangelegde mensch die gracht is overbodig. Het gebruik
als open riool neemt toe en dan zegt diezelfde- deze gracht stinkt De schoonheid echter, che
niets gekost had doch uit zichzelve was ontstaan bleef buiten beschouwing. En zoo kon het
gebeuren dat men in den loop der jaren speciaal in de 19e eeuw tal van grachtjes
dempte en maakte tot belachelijk breede straten waarbij de schoonheid verkeerde tot leehjkheid.
De voorbeelden zijn voor het grijpen.
Deze soort degelijk practisch denken van niet meer noodig, weg dan is schijnbaar
DE HAVENDIJK TE ENKHUIZEN DIE GEVAAR LOOPT GEDEMPT TE WORDEN