24 H E E-M SCHUT is het wellicht interessant dat gedeelte van dit oude monument op de fotoplaat vast te leggen, hetwelk in verband met boven bedoelde wijzigingen zal moeten worden opgeofferd. Het oude bouwwerk waaraan men nu weder, dus niet voor de eerste maal, deze ernstige ver minking gaat toebrengen, werd gebouwd in de jaren 1280/98 ter vervanging van een meer zuidwaarts gelegen houten brug die bij gelegenheid van een processie instortte en waarbij om en bij de vierhonderd menschen het leven lieten. De tegenover het kasteel St. Ange gelegen brug over de Tiber te Rome, die van oud- Romeinschen oorsprong is, diende tot voorbeeld. Zij werd gebouwd van Naamsche steen, lang bijna 160 M. en breed 9.20 M.; de wijdte der bogen variëerend van 12 M. tot 13.40 M. Zij bestond aanvankelijk uit 9 bogen en een houten uitneembaar verlengstuk, welk laatste gedeelte bij dreigend oorlogsgevaar kon worden weggenomen. Dit houten gedeelte werd in 1827 volgens plannen van den architect HERMANS verVangen door de 19.70 M. wijde steenen boogdie nu mede zal worden opgeruimd en die tot dusverre bij gunstigen waterstand door de scheepvaart werd benut. In 1646 ging de brug in eigendom aan de stad over en ongeveer terzelfder tijd werd de eerste boog aan de Maastrichtsche zijde'Afgebroken, daar deze door de zich geleidelijk- naar den rechter oever verplaatsenden stroom droog kwam te staan en dus niet meer diende. Deze eerste verminking heeft men in 1849 trachten te herstellen, doch de plannen daartoe moesten worden opgegeven, toen het graven van de Zuid Willemsvaart in 1850 het noodig maakte dat deze boog weg was en weg bleef. De zoo karakteristieke oorspronkelijke steenen borstwering, die nu nog voor een klein gedeelte de brug siert, werd in 1836 vanaf de derde tot en met de achtste boog vervangen door een ijzeren hek met lantaarns. l Na overgang aan de stad in 1646 bleek maar al te duidelijk in welk een verwaarloosden toestand de brug zich eigenlijk bevonden begreep het stadsbestuur al dadelijk dat, wilde men de brug behouden, een algeheele restauratie zou moeten plaats vinden. Dus werd besloten de brug te herbouwen en bij deze werkzaamheden nauwgezet de oude plannen te volgen. De eerste boog werd herbouwd in 1683 door FRANCISCUS ROMANUS. De tweede en derde in 1698/99 door J. V. D. POORT. De vierde en vijfde in 1714 door J. COLLARD en de zesde, zevende en achtste in 1716 door GlLIS DOYEN. Uit deze jaartallen blijkt, dat de Spaansche erfopvolgingsoorlog deze-werkzaam heden op sterk remmende wijze heeft beïnvloed. En nu is de toestand van de brug wederom van dien aard, dat wil men haar behouden en hiertoe is na lang beraad en veel strijd besloten, ook wederom een grondige restauratie, zoo niet volledige herbouwing zal moeten plaats vinden. In allen gevalle zal één der oorspronkelijke bogen en de later gebouwde gestrekte boog alsmede het daaraan grenzende landhoofd moeten verdwijnen om plaats te maken voor de 50 M. breede vaargeul die in de voor Maastricht gekanaliseerde Maas wor^t aangelegd. Door deze nieuwe verminking wordt de waarde van dit historisch monument alférminst verhoogd, alleen zal men één ding weer goed kunnen maken; men zal n.1. de steenen borstwering weer in eere kunnen herstellen. De brug toch dient in de toekomst niet meer voor het zware rijverkeer en zal dus de geringe versmalling door deze van nature veel breedere afsluiting best kunnen verdragen. Maastricht, Maart 1932. W. F. H. DE HAAN. MAASBRUG MAASTRICHT HET GEDEELTE DAT UITGENOMEN WORDT

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1932 | | pagina 6