HEEMSCHUT 3 volgens de stemming van den in het geval betrokken eigenaar (partikulier of openbaar bestuur). Deze Commissie „klasseerde" ook de gebouwen wier behoud haar om esthetische of geschiedkundige beweegredenen wenschelijk bleek. Zulk een „geklasseerd" gebouw werd dan theoretisch onaanvechtbaar; geen enkele wettelijke maatregel dekte echter dit „klasseeren", zoodat deze schijnbaar gewichtige formaliteit in zeer vele gevallen een degensteek in 't water bleef. Voor de landschappen werd tot in 1913 hoegenaamd niets verricht. In dit jaar werd nochtans bij Koninklijk Besluit, bij de bestaande Commissie van Monumenten, eene afdeeling der land schappen gevoegd. Zij werkte op dezelfde wijze als deze der Monumenten, doch bekwam veel minder resultaten. Geen enkel landschap van beteekenis kon door haar gered worden, de vernieling ging haar gang juist of zij niet bestond. In alle belangrijke gevallen werd haar advies over het hoofd gezien, en al wat door haar, met zeer veel moeite, kon gevrijwaard worden, was hier en daar een dreef of een boomengroep. Tot zelfs de Openbare besturen hielden veelal met de raadgevingen der beide Commissies geen rekening. De merkwaardigste gevels van Antwerpen o.a. werden vanaf de jaren 80 bij honderdtallen, trots het verzet der Commissie gesloopt, en de Scy Scraper onlangs in dezelfde stad opgericht, kwam er, eveneens trots het protest der Commissie, door den hoogmoedigen wil van het Antwerpsch gemeentebestuur. Jaren lang hebben de verschillende in België bestaande Heemschutbonden, en ook de Commissie zelve, gewerkt om aan dien toestand te verhelpen. Door de Commissie werd een wettekst opgesteld met dit doel. Twintig jaar lang bleef dit wetsontwerp in de ministerieele kartons, werd er af en toe eens eventjes uitgehaald om er onmiddelijk nog dieper in te verdwijnen. En nu is het wetsontwerp eindelijk wet geworden. Het komt ons voor dat deze wet ook voor Nederland haar belang kan hebben. Het privaat initiatief in zake Monumenten en landschapzorg, hoe ijverig ook, kan nooit volstaan wanneer de hulp der officieele machten ontbreekt. Die hulp nu, is in België een feit geworden. Of zij afdoende en de ideale is, belichaamd is in een vorm die de gewenschte is, niet slechts voor België, maar ook voor andere landen, daarover zal men best kunnen oordeelen bij nadere kennismaking. Wat wordt er beschermd? Volgens artikel I der wet: alle monumenten, gebouwen en landschappen waarvan het behoud in historisch, artistiek, esthetisch of wetenschappelijk opzicht van nationaal belang is. Het is duidelijk en volmaakt. Alles waarvoor een Heemschutter op het terrein van bestaande schoonheid strijdt, vindt zijn beschermer in dit artikel. Tenminste de onderscheiden elementen dier schoonheid; hun samenvoeging „de stads- of dorpsgezichten" worden er niet in vernoemd. Hoe gebeurt nu die bescherming? Op voorstel van de Commissie van Monumenten en Landschappen, of van het College van Burgemeester en Schepenen der gemeente op wier gebied zich de te beschermen schoonheden bevinden, wordt, wat waard is bewaard te blijven, gerangschikt bij Koninklijk Besluit en door deze rangschikking gesteld onder de bescherming van den Staat. Geen werken mogen er voortaan nog aan uitgevoerd worden zonder Staatstoelating, geene wijzigingen nog aan toegebracht zonder oorlof van een Koninklijk Besluit. Wordt dit oorlof geweigerd en moest de eigenaar niettegenstaande toch veranderingen aan zijnen eigendom brengen, dan kan hij vérplicht worden dezen in zijnen oorspronkelijken staat, op eigen kosten, terug te brengen, en loopt hij daarenboven eene geldboete op die schommelt van 1 tot 10.000 frank. Betreft het nu een monument of gebouw, dan mag dezes eigenaar, in plaats van de noodige herstellingswerken uit te voeren, eischcn dat de Staat zijn onroerend goed onteigent. En wat de landschappen aangaat: de eigenaar van een gerangschikt landschap heeft recht op een vergoeding ten laste van den Staat voor het nadeel dat hem wordt veroorzaakt door de beperking van zijn eigendomsrecht. Desnoods zelfs kan hij de aanwerving van den Staat eischen, indien hij kan bewijzen dat de

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1932 | | pagina 5