IÈPENZIEKTE
4
HEEMSCHUT
Herhaaldelijk verschijnen er berichten over de iepenziekte, berichten, welke gretig gelezen
worden, daar vrijwel iedereen met groote belangstelling kennis neemt van alles, wat mei
het wel en wee van den Iep, den zoo geschikten boom, welke tot voor eenige jaren zoo
uitstekend groeide, samengaat.
Ook over onze grenzen hebben de boomen zeer veel van deze ziekte te lijden en het is heel
begrijpelijk, dat men daar alles," wat op dit terrein elders geschiedt, met belangstelling volgt.
Zoo werd in de Augustus-aflevering van onze Belgische Heemschutters, het maandelijksch
bulletijn der Vereeniging voor Natuur- en Stedenschoon, een artikel aan dit onderwerp gewijd,
waarin o.m. gewezen werd op de schitterende resultaten, volgens berichten uit Holland, bereikt
met een praeparaat „Mabu 3", van een apotheker J. A. L. BOUMA te Dordrecht en in den
handel gebracht door de firma REESE en BEINTEMA te Meppel. Dit artikel eindigde met
een opwekking er ook in België eens proeven mede te nemen.
In ons land is voor dit zelfde middel ook rijkelijk reclame gemaakt. Circulaires werden ver
spreid bij Plantsoendiensten en Gemeentebesturen, terwijl in verschillende dagbladen artikelen
verschenen, soms, zooals in de N. Rotterdammer met foto's verlucht, welke laten zien, dat
een iep in den winter kaal is en in 't voorjaar en den voorzomer een bladertooi draagt, en
dat alles nu eens als gevolg van „Mabu 3".
De Vereeniging voor Natuur- en Stedenschoon in België ontving naar aanleiding van het
bericht in haar Augustusnummer het volgende schrijven van den Plantenziektenkundigen Dienst
te Wageningen:
„Op dit oogenblik wordt, vooral in de Noordelijke provinciën, met behulp van berichten in
de bladen en circulaires aan gemeentèbesturen, propaganda gemaakt voor Mabu 3, dat een
middel zou zijn ter bestrijding van de, iepenziekte en dat samengesteld is door den heer
J. A. L. BOUMA te Dordrecht en in den handel gebracht door de firma REESE BEINTEMA
te Meppel. Ter voorlichting van hen, die in de bestrijding van de iepenziekte belang stellen,
zij medegedeeld, dat in geen enkel geval, dat onzerzijds voldoende gecontroleerd kon worden,
een gunstige werking van dit zoogenaamde middel kon worden waargenomen. Gegevens
hierover zijn opgenomen in Mededeelin'g Nr. 3 van het Comité inzake bestudeering en
bestrijding van de iepenziekte, welke toegezonden is aan alle besturen van gemeenten en
andere instellingen, die door het verleenen van een geldelijke bijdrage de werkzaamheden
van dit Comité gesteund en mogelijk gemaakt hebben. Daaraan kan thans worden toegevoegd,
dat in den nazomer van 1930 en in het voorjaar 1931, onder persoonlijk toezicht van den
heer BOUMA, uitgevoerde behandelingen te Nijmegen, Driebergen, Heerenveen en Dordrecht
dit jaar een volkomen negatief resultaat hebben opgeleverd. Ten sterkste wordt afgeraden
bovengenoemde vloeistof toe te passen."
Natuurlijk hoopt een ieder, dat het middel tegen de iepenziekte spoedig gevonden zal worden,
zoodat wij onze boomen kunnen behouden.
Zooals reeds uit het bericht van den Plantenziektenkundigen Dienst te Wageningen gebleken
is, is in ons land, naar aanleiding van besprekingen, gehouden op een jaarvergadering van
de Vereeniging van Deskundige hoofden van Gemeentebeplantingen in Nederland, een comité
opgericht inzake bestudeering en bestrijding van de iepenziekte. In dit comité namen de beste
specialisten op dit gebied zitting, De firiantieele mogelijkheid tot experimenteeren wordt in
stand gehouden door bijdragen van belangstellenden en belanghebbenden, zooals Rijk,
Gemeenten, Waterschapbesturen, particulieren enz. (Penningmeester van dit Comité is de
Heer Ir. J. P. VAN LONKHUYZEN, Directeur der Nederl. Heide Maatschappij te Arnhem).
Dit Comité is zeer actief, en doet, behalve zijn eigen werkprogramma, alle mogelijke proef
nemingen met middelen, waarover in binnen-, zoowel als in buitenland, geschreven wordt,
zoodat het met alles op de hoogte blijft. Het behoeft zeker geen betoog, dat met dit Comité
verschillende diensten, o.a. Wageningen en het Phytopathologische laboratorium WlLLIE
COMMELIN.SCHOLTEN te Baarn, krachtig samenwerken aan het bereiken van het doel:
„Het behoud van den Iep als weg- en laanboom".
Amsterdam, October 1931. J. R. KONING.