4 HEEMSCHUT tijd te onttrekken aan dat rumoer en die jacht, die iemand zelfs tot op de grootere buiten wegen vervolgen. Het huidige geslacht .snakt ernaar, ergens een oord te vinden, waar het eens even tot rust kan komen, zonder dat zijn trommelvliezen aan een onophoudelijk bombardement bloot staan, zonder dat yzijn blik telkens weer gevangen wordt binnen een landschapsbeeld, dat voor een aanzienlijk ^gedeelte bestaat uit palen en draden. Dergelijke oorden nu worden met den dag zeldzamer, zeker ten onzent. Ten einde te verhoeden, dat zij, die niet in de mogelijkheid verkeeren, in het buitenland te gaan zoeken, wat ze in hun nabijheid niet kunnen vinden, tenslotte lichamelijk en geestelijk ten onder gaan aan de vertechniseering onzer eeuw, is het derhalve van groot, zéér groot belang, dat het weinige natuurschoon, dat er ten onzent nog is te vinden, ook ongerept wordt bewaard. Wij geven toe: dit belang is niet aan te toonen door een stelsel van formules en cijfersmen moet het aanvoelen. Zelfs de cijfers, die een organisatie ter bevordering van het vreemdelingenverkeer zou vermogen te geven, spelen hierbij geen rol. Wij leggen hierop den klemtoon, opdat men zal inzien, dat er hier geen sprake is van een tegenstelling tusschen materieele belangen van verschillenden aard, maar van eene tusschen een geestelijk en een materieel belang. Van heel ons mooie Zuid-Limburg nu is het vrijwel alleen het Geuldal, en meer speciaal het boven-Geuldal van Gulpen tot Epen, dat tot nog toe gelukkig in zijn natuurlijken staat bewaard is gebleven. Wie slechts eenmaal de wandeling langs de Geul van Gulpen naar Epen door de met schaduwrijke boomgroepen beplante weilanden heeft gemaakt, weet welk een verkwikking, lichamelijk en geeste lijk, zij vermag te schenken. Ver van alle groote verkeerswegen, hoort men ternauwernood af en toe heel in de verte het claxongetoeter van een auto. Overal rust het oog op kalme, landelijke tafereelen. Zelfs de boerenhuisjes hebben zich aan het landschap weten aan te passen. En beklimt men een der omliggende hoogten, dan geniet men van de prachtigste vergezichten op een heerlijke, rijke natuur. De industriestreek van Bleiberg is ver genoeg verwijderd om zich op te lossen in de blauwe verte. Hier is Limburg zuiver bewaard gebleven, in zijn eigenste eigenheid. Wat echter zal het geval zijn, indien de plannen voor het Stuwbekken verwerkelijkt worden? De aanleg van de beide bekkens zou nog niet het allerergste zijn. Dat het Stuwbekken het mooiste gedeelte van het wandelpad door de weilanden zou doen verdwijnen, zou nog geen onoverkomelijke ramp vormen. Zelfs zou de stuwdam misschien, door het opbrengen van een aardlaag met beplanting, als zoodanig weg te moffelen zijn vooropgesteld, dat dit constructief mogelijk is en vooral, dat men niet voor de kosten van dit „oneconomische" werk zou terugschrikken. Één meer, zelfs twee meren dicht bij elkaar, zullen in het Zuid- Limburgsche landschap misschien niet misstaan, al zal hun aanwezigheid toch altijd min of meer opzettelijk aandoen. B MechcXen Vylen Stuwoejdcen 115 n KAP Vylener oojch Epen O Cliché welwillend afgestaan door de Limb. Koerier

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1931 | | pagina 6