Daarom is opgericht de stichting „Oud-Drenthe", waarvan het doel in artikel twee van den stichtingsbrief aldus is omschreven: „Het doel der stichting bestaat uit: aankoop en beheer van natuurmónumenten aankoop en beheer van uit archaeologisch oogpunt belangrijke perceelen grond; aankoop en beheer van uit folkloristisch of architectonisch oogpunt belangrijke gebouwen subsidiëering van wetenschappelijk oudheidkundig bodem-onderzoek en van aankoop van oudheidkundige voorwerpen." Een veelomvattend doel. Om dat te bereiken is aller steun noodig; steun van particulieren en van autoriteiten. Reeds is een kapitaaltje voor de stichting bijeengebracht en is zij in het bezit van de Schans te Eem en van een perceeltje grond onder Zeyen in de gemeente Vries. Een belangrijke stichting inderdaad, die staat onder voorzitterschap van Mr. J. F. Linthorst Homan. Men kan steunen door tot de stichting toe te treden: a. als lid-donateur, door schenking aan de stichting van een bedrag ineens, minstens groot één honderd gulden of van eenig onroerend goed; b. als lid-contribuant, door het storten van een jaarlijksche bijdrage, minstens groot vijf gulden. Het secretariaat is gevestigd bij Dr. H. A. POELMAN, adres Rijksarchief in Groningen of Rijksarchief in Drenthe, respectievelijk te Groningen en Assen. De stichting „Oud-Drenthe" moet groeien, kan groeien en zal groeien door aller steun Assen, November 1930. H. CLEWITS. OVERPEINZINGEN. Walvisschen. Op eene aanprijzing van brieftelegrammen vind ik een land kaartje, waarop ook de Noordzee voorkomt. Naar de wijze der oude kaarten varen er een paar scheepjes op en is er een walvisch op geteekend, die een waterstraal omhoog spuit. Er zijn tijden geweest, dat dit de werkelijkheid weergaf: tegenwoordig zal men in onze zeeën niet veel walvisschen meer vinden. Roekelooze en onbarmhartige jacht heeft het overschot der dieren naar de Noord- en Zuidpoolgebieden gedreven, waar thans vooral Noorsche en Amerikaansche walvischvaarders ze met de modernste werktuigen uitroeien. De regeeringen, door de internationale vereeniging tot bescherming der fauna aangespoord, zinnen op middelen om dat tegen te gaan. Maar men kan moeilijk aan iederen walvischvaarder een politievaartuig medegeven. Het eigenbelang der reederijen zou desnoods eenige matiging in de slachting behooren voor te schrijven. Daarvan hoort men echter niet, zoodat het ook met deze diersoort spoedig gedaan zal zijn. Natuurvrienden. Onlangs beroemdeeen vader er zich bij mij op, dat zijne twee jongens van 12 en 14 jaar reeds zulke natuurvrienden waren. Zij hadden reeds een heele doos met opgeprikte kapellen, eene verzameling uitgehaalde vogelnesten met de eieren en zelfs schoten zij onlangs met een catapult een eekhoorn, dien zij wilden beproeven op te zetten. Ziedaar die averechtsche natuurliefde die uit dusgenaamde belangstelling alleen vernielt. Het is-*de apenliefde der pseudo-wetenschappelijke natuur- expedities (zooals onlangs die Amerikaansche in Abyssynië) wien het er om te doen is

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1930 | | pagina 9