HET KASTEEL DUURSTEDE NAAR EEN OUDE TEEKENING
gebouwen Dr. JAN KALF deed mij schrikken. Z. E. Z. G. schreef mij n.1. „ik heb nog
eens naar dé twee oude kasteeltorens gekeken, zij zien ér schrikwekkend uit, het is
wonder dat er nog geen ongeluk gebeurd is", U vindt hier de afbeelding wan de nog
trots oprijzende z.g. toren van Bisschop DAVID VAN BOURGONDIË, die schilderachtig
gelegen is in het park door ZOCHER in 1836 aangelegd in dén vorm van een sterreri-
bosch en den massalen Donjon toren wiens verval, wanneer niet zeer spoedig wordt
ingegrepen en waarop "in hoofdzaak jde aangehaalde regelen slaan, zéker is. Op de
afbeelding ziet men duidelijk.de afbrokkeling.
Deze Donjon is daarom zoo merkwaardig omdat er een zeer mooi en hoogst
ééldzaam 'koepelgewelf in voorkomt dat indertijd den grootén P. J. H. CUYPERS iri
verrukking bracht. -
In 1926 heeft de Monumenten Commissie een bezoek aan de ruïne gébracht en
hééft -zij'-'een- bégrooting der kosten opgemaakt. De noodzakelijke herstellingen zouden
tén'hoogste f-20.000:— bedragen, waarvan het Rijk de helft voor zijn rekening'neemK
Uit de gévoérde correspondentie met de gemeente blijkt dat dé gemeente slechts
f 2000.— wenscht bij te dragen en geen belang stélt in den'Donjon torén, hem aan
het Rijk'llwïl overdragen, doch nog wel prijs stelt op den Ronden toren. Het oordeel
van den Burgèmeéstér, dat hiér toonaangevend is, komt hierop neer, dat een ruïné
die 'hersteld wordt géén ruïne méér is. Gelukkig is deze gedachtengang een uitzondering,
anders hédden vwij geene ruïnes méér, die tot ons' uif het grijze verleden spraken dóch
slechts steenhoopen die het: bèwaren niét waard zijn.
Dé7 Lltréchtsche Provinciale- Monumenten Commissie het gevaar inziende van een