HENRI POLAK, „Het kleine land en zijn groote schoonheid" blz. 108 vlg. op na. En, als gij dan toch het boek vóór u hebt, sla dan ook blz. 101 op over de pracht en de stilte van het duingebied van Voorne en breng het uw afscheidsgroet. Industrialisatie en verkeer ontwikkelen zich en brengen voorspoed en werk en vertier, en dat velen zich daarover verheugen, is natuurlijk. Maar hoog is de prijs, er voor betaald, en zij, wien het zwaar valt daarmede vrede te hebben, kunnen slechts hopen, dat ook op deze bedreigde plekken de vrienden der schoonheid zullen trachten te redden wat te redden is. Dagelijks zie ik de lange sleepen van de zandbakken der ballastmaatschappij, getrokken door een krachtige sleepboot, voorbijgaan. Elke bak boordevol met zand, alsof er een gansch duin in uitgestort is. Ze komen van den Katwijkschen kant en zijn op weg naar ik weet niet welke stadsuitbreiding. Maar tusschen Katwijk en Noordwijk, waar het Domein (of welke andere geheimzinnige, voor den gewonen mensch onzichtbare macht) het gansche heerlijke duingebied aan afzanders heeft verkocht, verdwijnt nu het buitenduin, gelijk het binnenduin reeds lang bollenveld geworden is. Van verre al ziet men de breede, witte vlakken in het begroeide duin als evenzooveel wonden. Hier is van de oude schoonheid, eens door POTGIETER bezongen, weinig meer over en bij het dorp Katwijk verbaast men zich, dat de zee nog geen aanloop nam en het land instroomde. Zij zou er weinig tegenweer bij vinden. Verderop, naar Noordwijk, gaat de afzanding haar gang en de diepgeladen zandbakken voeren èn schoonheid èn landsbescherming met zich mede. En geen macht ter wereld schijnt Staat of Domein tot bekeering en ommekeer te kunnen brengen. Van alle zijden rezen kortgeleden klachten over de rupsenplaag. Maar onze trouwe bondgenooten tegen dezen vijand, de vogels, gaat men voort, trots vogelwet en al, bij duizenden te vangen, te dooden en uit te voeren. Elk land heeft de rupsen, die het verdient. In Londen is men begonnen met tusschen Strand en Theemskade ook het fraaie hotel Cecil af te breken. Daarvoor in de plaats komt een nieuw directie-gebouw voor de Shell. Terwijl het oude hotel (zegt de „N.R.C." van 10 Aug. ochtendblad D) tot middernacht met tallooze stralende oogen leefde, zal er nu spoedig's avonds een trieste, donkere, verlaten steenklomp staan, een meer van de vele klompen, die in de tegen woordige binnensteden eene duisternis en verlatenheid scheppen welke men vroeger op late uren alleen in naargeestige buitenwijken aantrof. Wij weten er ook van. Aan den Bezuidenhoutschenweg in Den Haag „rijst voor des pelgrims oog" (niet een burgtslot naar omhoog, maar) een monsterachtige kubus, die tot flat-woning is ingericht. Men heeft het gevaarte Nirwana gedoopt. Iemand moet de verzuchting geslaakt hebben dat een of andere millionair den eigenaar en de bewoners mocht afkoopen, hen voorts waarschuwen, om daarna het vreeselijke ding in het Nirwana te doen wegzinken. L. Knappert.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1930 | | pagina 10