zoo zeer tot ons spreken. Breed en forsch rijzen de krachtige brokken muur uit het
water op, gevende aan het geheel den stoeren kasteelform, dat zonder eenige pretentie
heen wijst naar een groot en machtig verleden. Als bij intuïtie voelen wij hier te doen
te hebben met een woning niet ingericht voor een gezellig en huiselijk leven, doch in
de eerste plaats dienende tot een veilig verblijf, bescherming biedend aan alles en allen
wat er binnen om bescherming kwam vragen. De verschillende verbouwingen die het
kasteel in den loop der jaren heeft ondergaan laten zich als het ware van de muren
lezen. Vooral komt dit uit in het front van het kasteel, de hooge uitbouw van vijf
verdiepingen moet eens de hoofdingang zijn geweest. Helaas heeft FREDERIK JOHAN
VAN ISENDOORN a BLOIS na zijn huwelijk met ANNA MARGARETHA VAN RENESSE
VAN ELDEREN, 11 April 1726, groote veranderingen aan het kasteel laten doen,
waarbij de oorspronkelijke brug is verlegd geworden en deze hooge uitbouw later
afgedekt werd met een plat dak met getimmerde muur. Volgens een teekening van
1744 prijkte dit gedeelte eens met een peervormige spits, zooals wij dien thans nog
zien boven de noordoostelijke toren. Door de goede zorgen van den tegenwoordigen
eigenaar werd sedert den top hersteld en teruggebracht in den ouden staat van vroeger.
Waar thans een banaal venster is, moet eens de hoofddeur zijn geweest. Het geheele
front met zijn gevelsteenen die afbeeldingen bevatten van wapens van HENDRIK VAN
ISENDOORN en zijn vrouw, is nog bewaard gebleven, een decoratieve omlijsting eindi
gende in een schelpvormige nis, waarin een geharnast ridder met een banier in de
hand, waarop het wapen van VAN ROSSEM, bekroond het geheel. Ter zijden, rechts
en links zien wij naast elkaar vier wapenschilden met de wapens van VAN ROSSEM,
GROESBEEK, ISENDOORN en HELL. Eenmaal moet dit een fraai geheel hebben gevormd,
dat thans door het uitbreken der oorspronkelijke ramen ten zeerste is bedorven.
De brug betredend zien wij op de hardsteenen pilaren van de leuningen, twee
wapens, vertoonende ter rechterzijde dat der ISENDOORN's, ter linker dat der VAN
REEDE's, en wel van JAN HENDRIK VAN ISENDOORN a BLOIS, die den 30 Juni 1703
sneuvelde in het gevecht bij Ekeren en die te Utrecht den 24 Juni 1694 gehuwd was
met MARGARETHA VAN REEDE, overleden den 31 Mei 1726.
De brug overgaande komt men door de voordeur in de hal die het gebouw in
twee deelen verdeeld. Deze is voorzien van een hooge eikenhouten betimmering,
waarin de verschillende portretten der opvolgende bewoners van het kasteel zijn vervat.
Van den ouden luister die eens het kasteel bevatte is helaas niet veel overgebleven,
een enkele schoorsteen met schilderstuk, waarbij een aardig bloemstuk van GERRIT
HULSEBOOM, in de eetzaal verdient vermelding. Verder vindt men nog enkele in lood
gevatte ramen of eenige gesneden sleutelstukken boven, wat mede ook al alles is, wat
de herinnering aan het eenmaal zoo rijke interieur levendig houdt.
Het vertrek boven de hal vormde vermoedelijk eens de ridderzaal waarmede de
kapel in verbinding stond. Deze kapel is met een houten tongewelf overdekt en in
het Oosten van een galerij voorzien. De plaats waar eens het altaar stond, is nog
duidelijk te zien. Zij is voorzien van twee ramen, die nog van de oorspronkelijke
steenen kozijnen met glas in lood gevat voorzien zijn, met toepasselijke inschriften
uit 1664. Deze kapel is door de Roomsch-Katholieken te Vaassen tot in de 18e eeuw
gebruikt geworden als bedehuis.
In het onderhuis, dat nog het meest in zijn ouden staat is gebleven, verdienen de
gewelven alle aandacht, alles herinnerd nog aan de dagen van MARTEN VAN ROSSEM,
merkwaardig is ook de kerker onder den Noord-oostelijken toren, waarboven het
vertrek waar oudtijds de kommandant woonde.
De ijzeren hekken ter zijde van de voorgebouwen herinneren in hun monogram
aan bovengenoemd echtpaar: ISENDOORN-RENESSE.
Resumeerende staat het dus vast dat het kasteel werd gebouwd in de 14e eeuw.
Uit dien tijd is echter thans niet veel meer over. Onder MARTEN VAN ROSSEM werd
het kasteel aanmerkelijk verbouwd en versterkt, terwijl in 1661 de voorgevel werd
gewijzigd en in het midden der 18e eeuw de verbouwing heeft plaats gehad, waardoor
het huis is geworden zooals het thans nog in hoofdzaak is.
Zwolle, Juli 1930.
J. Geesink.