toezicht staat van de Provinciale besturen, die bijna alle eene verordening hebben tegen die schennis der natuur. Op dat gebied is echter in de bebouwde kommen van alle ge meenten, speciaal van de grootere gemeenten, nog veel te doen. Uit het verslag zal U blijken, dat er reden bestaat om in menig opzicht tevreden te zijn over wat door actie van den Bond Heemschut, hier behouden, daar verbeterd, elders voorkómen mocht worden. Er zijn menschen, die ons, Heemschutters, welmeenende quaerulanten noemen, die, telkens als de z.g.n. moderne geest zich uit, hun stem verheffen en deining maken, die, als laudatores temporis acti, meestal blind zijn voor wat onze tijd in bouwkunst en wegen aanleg enz. eischt. Welnu, als wij dan quaerulanten zijn, dan zijn wij het toch in ver edelden vorm, veredeld in dien zin, dat wij den strijd uitsluitend voeren in dienst van het Schoone, dat, zooals Henri Polak het in zijn voortreffelijk boek ,,Het kleine Land en zijn groote Schoonheid" zoo duidelijk aantoont, in zoo'n overweldigenden overvloed in ons land te vinden is. Wij, leden van Heemschut, die allen de natuur en de kunst zoo vurig liefhebben, wij moeten niets onbeproefd laten om van dien overvloed wat maar eenigszins mogelijk is te behouden, maar wij moeten tevens helpen bevorderen dat de kunstenaar van onzen tijd gelegenheid krijgt op zijn beurt iets te scheppen en tot uitvoering te brengen, dat waard is om door het Heemschut van, zeg over 200 jaren te worden beschermd. Het is dan ook uit de overweging, dat zoowel het oude als het nieuwe onze aandacht en belangstelling moet hebben, dat Uw Bestuur den boottocht, die straks zal plaats hebben, aldus heeft ge organiseerd, dat zoowel door de oude als door de nieuwe grachten zal worden gevaren, zoodat èn oud èn nieuw Amsterdam door U bewonderd zal kunnen worden. Wij waren zoo gelukkig "ons medebestuurslid Prof. Slothouwer bereid te vinden een toelichtend woord aan den boottocht vooraf te doen gaan. Ik eindig met den oprechten wensch uit te spreken, dat Heemschut er in steeds meerdere mate in moge slagen hun, die nog niet tot de onzen behooren, de overtuiging te schenken, dat wij allen, zonder uitzondering, Schoonheid behoeven voor geest en voor gemoed. JAARVERSLAG VAN DEN BOND HEEMSCHUT OVER 1929, UITGEBRACHT IN DE ALGEMEENE VERGADERING VAN DEN 28 JUNI 1929, GEHOUDEN IN HET CLUBGEBOUW DER KON. AMSTERDAMSCHE ROEI- EN ZEIL-VEREENIGING „DE HOOPTE AMSTERDAM. Met genoegen heb ik mij gezet, U, leden, donateurs en andere titularissen van den Bond Heemschut verslag uit te brengen over de werkzaamheden van het jaar 1929. Heel eenvoudig zou dit kunnen zijn door te verwijzen naar de voorpagina's der Maandbladen, waar in velerlei toonaard, veelal naar de invloeden van stemmingen of jaar getij, werd medegedeeld wat ,,Heemschut's aandacht had". Aangezien Heemschut echter nog wel eens iets anders deed dan alleen aandacht hebben, is een opsomming der ge beurtenissen niet overbodig. Bestuur. Dit jaar bracht een belangrijke wijziging, doordat Prof. Dr. L. Knappert, die een lange reeks van jaren het voorzitterschap vervulde, aftrad en een nieuwe voorzitter, Mr. J. A. VAN SONSBEEK, ons met de aanvaarding van deze moeilijke functie verblijdde. Het moge hier vermeld worden, dat onze nieuwe voorzitter zich spoedig in de zaken

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1930 | | pagina 5