DE LAATSTE AANWINST VAN DE VEREENIGING „HENDRICK DE KEYSER". olgens de courantenberichten heeft de bovengenoemde Vereeniging het pakhuis op den hoek van de Noorderhaven en de Katrug te Harlin'gen aangekocht. De hierbij afgebeelde foto toont een gebouw van vijf verdiepingen met fraaie vormen en het pand zal zeker een waardevol bezit der Vereeniging blijken te zijn. Het is te hopen, dat bovengenoemde Vereeniging zal kunnen besluiten om het pand zooveel mogelijk in den toestand terug te brengen, waarin het zich direct na den bouw bevond. Daarvoor moet het houtwerk van de dikke verflagen worden ontdaan, het portaal voor de toegangsdeur verdwijnen, de lichtopeningen weer worden voorzien van de glas-in-lood dichtingen, terwijl de thans aanwezige blindjes vervangen dienen te worden door die in de oorspronkelijke vorm. Deze waren aan den buitenkant samengesteld van rijk geprofileerde schrootjes. Ook de top zal dan zijn vroegere bekroning terug moeten krijgen. Merkwaardig is het, dat de gevel aan de thans vrij smalle steeg, de Katrug geheeten, gemetseld is van gele baksteen, terwijl de hoofdgevel aan de Noorderhaven van donkerroode genuanceerde baksteen is opgetrokken. Hieruit mogen wij afleiden, dat de roode baksteen hier destijds hooger in waarde stond aangeschreven dan de gele. De gele kwam in de omtrek van Harlingen, in verband met de aanwezige kleisoort, het meest voor en werd zooals het veelal geschied met artikelen die veelvuldig voor komen, als minderwaardig beschouwd. Beide gevels zijn rijkelijk versierd met blokken zandsteen welke zich vooral bevinden in de raamomlijstingen. - Dit pakhuis en het geheele gebouwencomplex langs de genoemde steeg, waarvan het gedeelte aan de Voorstraat bewoond wordt door de Firma STRAK ZOON, is in denzelfden tijd gebouwd. Dit blijkt voldoende uit het karakter van de gebouwen, de vorm en de wijze waarop de gevels versierd zijn. Aan de genoemde Katrug 'bev-inden zich thans twee gebouwen door een plaats gescheiden. Op een oude kaart van omstreeks 1640 vindt men er een 6-tal aanwezig. De thans nog aanwezige gebouwen zijn voltooid in een tijdperk toen, na de vrede met Engeland in 1654 gesloten, de handel weer herleefde. De pakhuisgevel heeft de veelvuldig voorkomende Renaissance friesversiering, waarin een tweetal cartouches met het jaartal, ze bevatten het opschrift „Anno 1657**- In het midden is een wapensteen aangebracht, waarvan het wapen, waarschijnlijk ten tijde van de Fransche overheersching onder de leuze vrijheid, gelijkheid en broederschap is weggehakt. De vorm van het schild en helmdoek is bewaard gebleven en naast het helmteeken staat aan weerszijden een letter S en een L. In de gemetselde dammen van de eerste verdieping zijn vier met beeldhouwwerk versierde stukken zandsteen aangebracht, ze bevatten voorstellingen van VENUS, CERES, BACCHUS en AEOLUS. VENUS is voorgesteld door een vrouwenfiguur met in de rechterhand een vlammend hart, CERES door éen dito figuur met onder de linkerarm een korenschoof en aan de linkerzijde een hoorn des overvloeds, BACCHUS door een mannenfiguur gezeten op een vat, met in de rechterhand een beker. AEOLUS is voor gesteld door een vrouwenfiguur met het linkerbeen rustend op een schelp en in de handen een bolstaand zeil. De beide middelste voorstellingen zijn met het gezicht naar elkaar toe geplaatst, terwijl de buitenste figuren dat daarvan hebben afgewend. Uit oude kaarten blijkt, dat er voor 1657 langs de Katrug een zestal huizen stonden

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1930 | | pagina 10