KAMPER-BINNENPOORT.
Bij besluit van 28 Januari j.1. nam de Gemeenteraad van Amersfoort met algemeene
stemmen het voorstel van Burgemeester en Wethouders aan tot oplossing van
het z.g. „Kamperbinnenpoortvraagstuk", een vraagstuk, dat in den loop der jaren heel
wat pennen in beweging gebracht heeft, terwijl èn de toestand, waarin het bouwwerk
zich bevond, èn de verkeersbelemmering ter plaatse steeds ernstiger werden. Reeds in
den aanvang der vorige eeuw, moet de toestand, waarin de Kamppoort, behoorende
tot de eerste omwalling van de stad Amersfoort uit het jaar 1269, en na den stads
uitleg Kamper„binnen"poort geworden, verkeerde, bedroevend geweest zijn, althans
bevindt zich in de dossiers een schrijven van RUTGERIUS VAN HAMERSFELD, dat mij
zöö belangrijk voorkomt, dat ik een deel daaruit hier wil laten volgen
Appelant schrijft: „dat hij sedert zijn ruim zesjarig verblijf alhier, door onder
scheidene en zeer geloofwaardige berigten, is geïnformeerd, dat denzelven, voor sederd
eenige jaaren, van onderen, eene aanmerkelijke doordelving of mijning heeft ondergaan,
waardoor hetzelve uittermate moet verzwakt zijn, daar er reeds in zijn huis, een scheur,
in de muur aan de voornoemde toren zich bevind, en zulks nu nog des te meer zouden
verzwakken, daar de boog thans word afgebroken, aan die zijde, waar de voorm.
delving of mijning het meeste heeft plaats gehad. En daar meergenoemde Toren in
't vervolg een op zig zelf staand gebouw blijft, en aan de vele dreuning van zware
rijtuigen en dilligences, benevens aan stormen en onweders onderhevig is, neemt voorm.
Persoon de vrijheid (om alle gevaar daaruit zoude kunnende voortvloeyen, in tijds,
zooveel mogelijk te verhoeden), zig tot UwelEd.Achtb. te wenden, met onderwerpend
verzoek, daar hij zulks gaarne zoude zien, om dikwijls gen. toren af te willen breken,
en met de daken te vereffenen, daar alsdan alle oogschijnende gevaar door dezen zouden
voorkomen worden". Beluisteren wij in dit schrijven niet een prototype van alle mogelijke
requestranten inzake verkeerstoestanden en is het niet kostelijk, hoe zelfs ook toen reeds
in 1827 het „verkeer" als argument gebruikt werd, gecombineerd met dreuningen,
stormen en onweders!?
De Kamperbinnenpoort heeft al de aanvallen weerstaan en de op dit oogenblik
bestaande steunconstructie, is inmiddels zoo vergaan, dat deze meer op den toren
steunt dan omgekeerd.
De geheele strijd, om de Poort gevoerd, hier uiteen te zetten, heeft weinig nut.
Laat ik mij ertoe bepalen te vermelden, dat driemaal een voorstel, om tot afbraak te
geraken, in den Gemeenteraad werd aangenomen en daarna bij Koninklijk Besluit
vernietigd.
Toen mij opgedragen werd een voorstel te doen om tot een oplossing van het
Kamperbinnenpoortvraagstuk te geraken, een opdracht, die buitengewoon aanlokkelijk
leek, heb ik gemeend, mij voor alles rekenschap te moeten geven in hoeverre het
„verkeer" een amoveering van de Poort nu werkelijk eischte. De Langestraat te
Amersfoort, een straat met een rijbreedte, varieerende van 5 tot 6 M„ dient op dit
oogenblik het plaatselijk, zoowel als het z.g. „doorgaande" verkeer in de richting
Zwolle. De N. R. Ct. sprak niet onaardig over de Kamperbinnenpoort als „de Poort,
die uittrekkend Holland toegang geeft tot de Veluwe". De Poort zelve, die nu nog
dient zoowel voor rij- als voetgangersverkeer, is 3,20 M. breed. Zien we even af van
de voetgangers, (velen zouden ze liever geheel opruimen), èn stellen we vast, dat in
de Poort geen voertuigen kunnen parkeeren, wat in de Langestraat zelve natuurlijk
wel plaats vindt, dan blijkt, dat in de Langestraat naast zoo'n parkeerend voertuig