VERSLAG DER PROVINCIALE ZEEUWSCHE SCHOONHEIDS- EN
ARCHEOLOGISCHE COMMISSIE OVER HET JAAR 1929.
Advies werd uitgebracht op een tweetal verzoeken tot ontheffing van de bepa
lingen der verordening tot het weren van inbreuken op het natuurschoon door reclame
middelen, en wel onder de gemeenten Koudekerke en Oostkapelle.
Naar aanleiding van de voorgenomen electrificatie der Middengroep wendde onze
commissie zich tot het Prov. Bestuur met het verzoek, te willen bevorderen, dat voor
het behoud van het zoo karakteristieke landschapsschoon van Walcheren en Zuid'
Beueland bovengrondsche geleiding zooal niet uitgesloten, maar dan toch zoo weinig
mogelijk toegepast zou worden. Het verheugde ons te mogen vernemen, dat ook het
dagelijksch bestuur der P.Z.E.M. er naar streefde, het landelijk schoon zoo min mogelijk
te ontsieren door bovengrondsche netten. En hoewel het niet doenlijk is gebleken het
hoogspanningsnet overal ondergronds aan te brengen mag toch worden geconstateerd
dat de vrees voor ontsiering van de Middengroep althans tot nog toe denkbeeldig is
gebleken. Voor Schouwen, welks landschap overigens een ander beeld vertoont kan
zulks, mede door de weinig aesthetische wijze waarop de bovengrondsche geleiding
is aangebracht echter zonder meer niet worden gezegd.
Het gemeentebestuur van Breskens onderwierp 11 bouwplannen aan het oordeel
der commissie. Slechts tegen 3 daarvan behoefde geen bezwaar te worden gemaakt;
4 projecten konden alleen worden goedgekeurd indien nader aangegeven verbeteringen
werden aangebracht terwijl op 4 bouwplannen afkeurend moest worden geadviseerd.
Het gemeentebestuur van Goes zond 51 verzoeken om bouwvergunning ter beoor
deeling in, tegen 39 in het vorige jaar en 50 in 1927. Daarvan betroffen 21 aanvragen
om vergunning tot verbouwing, 30 die voor nieuwen bouw. Terwijl tegen 25 dezer
laatste aanvragen geen bezwaar behoefde te worden gemaakt, konden 4 projecten
alleen worden goedgekeurd, indien door de commissie gewenschte veranderingen werden
aangebracht, en werd op één aanvrage afkeurend geadviseerd. Van de verbouwings
plannen ontmoetten 15 geen bezwaar; ten aanzien van 2 plannen werden verbeteringen
aan de hand gedaan, terwijl 4 plannen in eerste instantie afwijzend werden beoordeeld.
Ook het gemeentebestuur van Veere riep een en andermaal het oordeel der
commissie in. Eerst naar aanleiding van de voorgenomen bebouwing van een terrein,
gelegen aan het schoolplein, waarvoor de beschikking over een aangrenzende strook
gemeentegrond werd gevraagd. De commissie was met het genoemde bestuur van
meening, dat hierdoor het uitzicht op het stadhuis zou worden geschaad en adviseerde
de betrokken strook niet te verkoopen. Hoewel dienovereenkomstig werd gehandeld is
de bewuste woning toch en bovendien geenszins fraai gebouwd, daar de eigenaar zich
met het hem toebehoorende terrein tenslotte tevreden stelde waardoor de mogelijkheid
van invloed van het gemeentebestuur was uitgeschakeld. Op het eind van het jaar
bereikte ons een verzoek om advies inzake den bouw van een woning in de omgeving
van den Campveerschen torenna bestudeering van het terrein werd aan het gemeente
bestuur een oplossing aan de hand gedaan die zich zooveel mogelijk aan de bestaande
omgeving aansloot.
Het gemeentebestuur van Wolf'aartsdijk onderwierp de plannen van drie door haar
uitgenoodigde bouwkundigen betreffende den bouw van een nieuw raadhuis aan het
oordeel der commissie waarbij nog een ongevraagd ingezonden ontwerp werd gevoegd.
Hoewel geen der plannen onverdeeld gunstig kon worden beoordeeld gaf de commissie
an dit verslag ontleenen wij