wapentuig en voor het bewaren van buskruit, waarvan een oude stadsrekening van
1465 ons het bewijs levert.
Het poortgewelf dat deze doorgang eertijds overdekte is verdwenen doch teekent
zich nog duidelijk langs de binnenzijde van den muur boven de poortopening af.
De beide torens, jammer genoeg door het aanbouwen van woonhuizen voor een
groot deel aan het oog onttrokken zijn aan de buitenzijde nog vrij gaaf, de voegen
zijn echter geheel uitgevallen en ook de twee koepelgewelven die de oorspronkelijk
vermoedelijk 30 voet hooge torens beneden de vroegere kanteelen in drie verdiepingen
verdeelden, zijn nog slechts gedeeltelijk aanwezig. Dat beide torens langen tijd als
bergplaats gediend hebben was voor hun ongerept behoud weinig bevorderlijk.
Voor het overige hield het uit mergelsteen opgetrokken gebouw in den loop der
eeuwen goed stand en waar in de laatste jaren ijverig gewerkt wordt aan de restauratie
der ruïne van het voormalige kasteel der Heeren van Valkenburg, kon het niet
uitblijven dat de gemeente als eigenaresse van de poort de restauratie der Grendel
poort ter hand nam.
De door een dubbele spitsboog gevormde poortopening heeft een breedte van
3.40 M. Daarboven bevindt zich een nis, waarnaast aan beide zijden een venster
opening waardoor de vroegere wachterswoning haar licht ontving. De diepte van het
poortgewelf bedroeg te oordeelen naar de beide nog aanwezige zijwanden circa 3.60 M.
De sluiting vond vermoedelijk plaats door een valdeur waarvoor de gleuf nog aanwezig
is, bovendien kon men de afsluiting nog door een viertal houten schuifboomen of
grendels verzekeren.
Het ligt niet in de bedoeling de poort in den oorspronkelijken toestand te herstellen
of b.v. door het afbreken der aangebouwde huizen dit interessante bouwwerkje wederom
in het volle licht te plaatsendaar is, bijna had ik gezegd „natuurlijk" geen geld voor.
Men zal trachten te behouden wat door de eeuwen heen weerstand bood aan den
tand des tijds en alleen de noodzakelijke herstellingswerken uitvoeren, die evenals de
herstellingen aan de kasteelruïne plaats vinden onder leiding van den architect
W. SPRENGER te Maastricht wien dit als restaurateur o.a. van werken als de oude
Maastrichtsche omwalling, pater Vinktoren en Helpoort wel is toevertrouwd.
De kosten zijn begroot op ongeveer f 1700.en hoewel dit betrekkelijk kleine
bedrag zou doen vermoeden dat er eigenlijk niet zoo heel veel te doen zou zijn, is
dit toch wel terdege het geval. Bij dergelijke herstellingen gaat het steeds om details.
Steenen zijn steenen en in de groote gele mergelblokken zit het hem dus niet. Het
zijn juist de kleinigheden, de voegwerken en de fijne afwerking die tijd, vakkunde en
nauwkeurigheid vragen.
Sinds half October van 't vorig jaar is men thans met het herstellingswerk bezig
en het laat zich aanzien dat door het inmetselen van nieuwe steenblokken en het
bijwerken van de nogal beschadigde poortopening uitstekende resultaten zullen worden
verkregen. Wanneer nu nog de gewelven in de torens weder aangebracht zullen zijn
en het cementen reclamebord van de oude eerbiedwaardige muren weer netjes afgebikt
is, dan zal de oude Grendelpoort weer in frisschen vorm van de eens zoo boeiende
ridderromantiek van het Valkenburgsche land kunnen gewagen en zal zij evenals steeds
met nog zoo vele andere historische monumenten van dit vacantie-oord de bewondering
wekken der vele vreemdelingen die hier na ingespannen arbeid een wijle rust en
verpoozing komen zoeken.
Maastricht, Febr. '30.
De Haan.