Het zijn echter geen enkelingen, geen tientallen, doch honderdtallen van dergelijke
ontsierende huizen, die in den loop der laatste vijftig jaar gebouwd zijn. En het blijft
niet bij huizen. Honderden boomen zijn zonder noodzaak gekapt, tal van buitenplaatsen
zijn verkaveld, wegen, spoorwegen, kanalen, hoe nuttig ook op zichzelf, zijn over en
door de mooiste plekjes aangelegd. En dan de reclameborden. Hoeveel is er al niet
door reclameborden bedorven?
Dit alles ontrukt steeds weer een stukje aan de schoonheid van ons landschap,
onze steden, onze dorpen.
Wijst men de bedrijvers van dit kwaad op hun vandalisme dan worden zij boos
en zeggenWat gaat jullie dat aan, wij mogen toch zeker met ons eigen bezit doen
wat wij willen. Maar deze menschen hebben het bij het verkeerde eind, want het
gaat ons wel degelijk aan. Want èn landschap, én stad, èn dorp zijn bezit van ons
geheele volk en niemand, wie dan ook, heeft het recht de waarde van dit nationaal
bezit aan schoonheid te verminderen of teniet te doen. Veel is reeds geschonden,
veel schoons ging reeds verloren, zóóveel, dat verschillende personen, wien dit niet
onverschillig was, zich vereenigden om vereenigingen en bonden te stichten, die ten
doel hebben het nationaal bezit aan schoonheid te beschutten en te beschermen. De
Vereeniging tot behoud van Natuurmonumenten, de Vereeniging „Hendrick de
Keyser", de A. N. W. B., de Vereeniging „De Hollandsche Molen" en ten leste de
Bond „Heemschut" zijn wel de meest bekenden.
„Heemschut" is een federatie, een vereeniging van vereenigingen, staande onder
de Hooge bescherming van H. M. de Koningin. Vereenigingen kunnen lid worden;
d1 iDÉ=g^a,Di
!L_
|k-
Voorgevel van een dorpswoonhuis op de Zuid-Hollandsche eilanden zooals het werd ontvangen
en zooals het werd herzien en daardoor bij 't landschap en de landelijke bouwkunst werd aangepast.
i