i
omstandigheden, een gevolg van het feit, dat hen een arbeid opgedragen wordt, die
eigenlijk buiten hun beroep en daarom boven hun krachten gaat. Een en ander heeft
echter gevolgen voor de schoonheid van stad en land.
Steeds meer huizen worden gebouwd, die niet in de omgeving passen. Steeds
meer huizen worden gebouwd die vormen vertoonen, afgekeken van andere bouw
werken, ondoordacht toegepast en dan nog op een onjuiste, onconstructieve wijze.
Ziet men een man loopen met een hoogen hoed op, een blauwen kiel aan, een
tennisbroek, op klompen, met ter opluistering van het geheel een dikke gouden
horlogeketting, dan begint een ieder te lachen. Ziet men daarentegen een huis dat
dezelfde kwaliteiten vertoont en op overeenkomende wijze gesierd is, dan vinden vele
menschen dit in het geheel niet opvallend. Ze zien het niet eens en nemen er geen
aanstoot aan.
Ziet men in een prachtige, deftige kamer een vuilnisbak staan, dan denkt een
ieder op zijn minst genomen: „wat raar". Ziet men echter in een prachtige landstreek
een huis zonder dak, van roode en gele glimmende steen, paars gevoegd, met over-
groote ramen, glimmende gramtostoep, verzilverde hekken met vergulde punten,
cementtegels boven de ramen, verder allerlei krulletjes en tierlantijntjes, een steenen
kaboutermanneke, dat niet loopen en een dito hond, die niet blaffen kan in den tuin,
dan vinden de meeste menschen dit heelemaal niet gek, integendeel men ziet tegen de
gelukkige eigenaren op, die zich de weelde van zooveel „moois" kunnen permitteeren
en er klaarblijkelijk warmpjes bijzitten. Bleef het nu maar bij een enkeling, dan was het
wel jammer, maar men zou zeggenhet zij zoo. Één bonte kraai maakt nog geen winter.
Het Zuid-Hollandsche geval. Huis met knikdak en daarvoor een recht-dak-gevel Dan maar een echte
kmk-gevel. Op de bow-window is de dorpeling zoodanig verzot dat men ten deze den strijd verliezen
moet; hij behield zijn erker met balkon