maken zijn als bewijs zeer zwak. De zandsteenen tympanvullingen, met hun bijzondere versiering, zouden volgens den schrijver overeenkomst vertoonen met die van een der gevels aan de binnenplaats van het Oost-Indische huis te Amsterdam, en deze vorm zou karakteristiek zijn voor het werk van HENDRIK DE KEYSER. In verband hiermede wil ik er de aandacht op vestigen, dat deze vormgeving zeer veel overeenkomst vertoont met die" welke herhaalde malen zijn afgebeeld in de boekwerken van HANS VREDEMAN DE Vries, en dat door de verschillende bouwkunstenaars van dezen tijd dezelfde vormen zijn toegepast. Dat als de bouwmeester HENDRIK DE KEYSER dit gedeelte van het Oost-Indische huis heeft gebouwd, waar deze vormen zijn toegepast, dit er op zou wijzen dat hij de werken ivan HANS VREDEMAN DE VRIES heeft gekend en de daarin voorkomende vormen heeft gebruikt bij zijn ontwerpen. Dat de vorm geving van HANS Vredeman DE Vries hier zeer bekend was blijkt uit de talrijke meubels, kerkbanken en grafsteenen uit deze periode. Aan het Stadhuis te Bolsward, dat in de jaren 16141616 is gebouwd, komen dergelijke zandsteenen versieringen voor in de boogvullingen. Ook de sierstukken in de tympan van den gevel aan de Nieuwestad N.Z. K 103 te Leeuwarden vertoonen dezelfde vormen. De vormen verwerkt in de vulling, zouden bijna gecopiëerd kunnen zijn uit de werken van HANS VREDEMAN DE VRIES. Deze gevel is, zooals bij eene herstelling is gebleken, gedateerd 1597. Het geheel vertoont in al zijn onder deden 't karakter van het werk van DE VRIES. Het z.g. rolwerk gebruikt voor -het styleeren der banden welke den tympan vullen zijn daarvoor karakteristiek. Dat een dergelijke versiering zou wijzen op den invloed van HENDRIK DE KEYSER's werken, meen ik, naar aanleiding van mijn langdurige onderzoekingen hier in 't Noorden, ten stelligste te moeten ontkennen. Deze versiering werd hier reeds voor 1600 toegepast, zooals bleek uit een voor ongeveer 15 jaar afgebroken gevel te Workum, waar een dergelijke versiering voorkwam en welke gevel het jaartal 1587 droeg. We hebben hier te doen met een vorm welke in die jaren bij de bouwkunstbeoefenaars algemeen bekend wasde dubbele pilaster komt hier ook herhaaldelijk voor aan de Friesche State's en aan de gevels der woonhuizen in de Friesche steden. Een dergelijke vorm geving, welke, zooals me bekend is, door HENDRIK DE KEYSER veel is toegepast, is ook herhaaldelijk aangegeven in de werken van HANS VREDEMAN DE VRIES. Ook de veronderstelling, dat de ontwerper de schelpmotieven heeft toegepast om den gevel een plaatselijk tintje te geven is toch al te naïef; veronderstelt hij dat een dergelijke overweging bij den ontwerper van dezen gevel heeft voorgezeten? Deze vorm van de schelp komt veel voor langs de geheele kust der Zuiderzee en in het gebied der Friezen. Het ontwerp voor dezen gevel is afkomstig van een kunstenaar die bekend was met de toenpalige moderne bouwwijze, waarop zoowel de boekwerken van HANS VREDEMAN E)E VRIES als het in 1631 verschenen werk getiteld „Architectura Moderna" hun stempel drukten. De heer VISSER noemt wel dat Friesland in de 18de eeuw knappe architecten heeft gehad, doch meent dat in de 17de eeuw alleerr de toenmalige moderne vormgeving en speciaal die van HENDRIK DE KEYSER hier zou zijn gebracht door PlETER ADRIAANSZ VAN SEXBIERUM. In „Buiten" schreef ik, dat de heer WEISSMAN soms zeer vluchtig was in zijn oordeel, m. i. mag men pas na een langdurig onderzoek en grondige studie van het onderwerp een dergelijke veronderstelling uiten als hij deed. De heer WEISSMAN had vermoedelijk eenige meerdere studie gemaakt van de Friesche bouwkunst dan de heer VISSER en wordt door hem nu als autoriteit aangehaald. Ik meen te mogen beweren dat hier in het laatst der 16de en in het begin der 17de eeuw vele knappe bouw-

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1929 | | pagina 10