lapjes-leurder voor den documentair-registreerenden Zuiderzeefilm hebben vereeuwigd
(afb. 8 en 9).
Mogen deze Harderwijker tafereelen mede aanleiding zijn voor de generale commissie
om bij het nagaan der ondersteunings-aanvragen niet alleen de requesten van visscher-
mannen te behandelen, doch ook haar aandacht te schenken aan de slachtoffers der
nevenbedrijven en van hen, die thans met „lappies verkoopen" en „eenden houden"
een bestaan pogen te krijgen, maar duizendmaal liever als visscherman op de Zuiderzee
hun brood verdienden. Zeker, ook daar vonden zij dikwijls slechts armoede ook
de zee was wreed en eischte haar slachtoffers in eiken storm maar op hun God
vertrouwend, hielden zij toch immer in het diepst van hun vroom gemoed als levens
devies hoog
„De zee is rijk, de zee is groot
Zout water geeft het zoetste brood
Reeds thans, nog voor ze een daadwerkelijk feit is geworden, ja zelfs nog voor
de afsluitdijk tusschen Wieringen en Zurig er ligt, brengt de drooglegging een 'maat
schappelijke omvorming, die in zijn sociale en volkspsychische gevolgen een afzonderlijke
bestudeering vraagt. En Heemschut-problemen zullen daarbij ook, meer dan men thans
mogelijk nog vermoedt, ter oplossing worden voorgelegdDoor bijv. een zeer breede
strook water vrij te houden voor bepaalde interessante kust-gedeelten met strand- of
klifvorming zooals bij Valkeveen en aan de Gaasterlandsche kust, zal men ook voor
de bevolking der nieuwe zeepolders'— oude, kust-recreatie-oorden kunnen scheppen,
die bij een steeds wassende bevolking steeds meer gewaardeerd zullen worden
De eiland-dorpen en buurtschappen op Urk en Marken zullen geheel van karakter
veranderen. Nieuwe tijden breken ook voor onze Zuiderzee-eilanden aan, gelijk zij
reeds voor Wieringen gekomen zijn. Tijden, die ongetwijfeld welvaart zullen brengen
aan komende geslachten en die ook reeds vruchten zullen afwerpen aan de thans
levende jongere generatie. Maar tijden, die zorg en armoe als spookverschijningen
afzenden op „de ouden van dagen", die met de zee en het visschersleven van kindsaf
zijn opgegroeid en voor wie heel die droogmakerij een angst-aanjagende en een
adembeklemmende benauwing is, wanneer zij er in pronkerige kooi-kamertjes hun
zorgelijke gedachten over laten gaan in trieste Zondagsche gepeinzen.
Het zullen tijden zijn, die niet een geleidelijke evolutie, maar een snel verloopende
revolutie brengen in het bestaan van allen dag, in de saamhoorigheid van de buurtjes
«en werven op het groene eiland Marken, dat er nog het trouwst is gebleven aan
oude zeden en gewoonten, aan huisinrichting en den bijna praehistorischen woningbouw
op zijn zeven werven, die er als huizenheuvels verspreid liggen in de groene graslanden
van het maar laag omdijkte land.
Marken toch is een wonder-eiland, dat, hoe vermaard, niet gekend is. Nimmer
werd aan dit plekje vaderlandsch grondgebied een waarachtige belangstelling geschonken,
zoodat er feitelijk over dit wereld-unicum van eilandelijke samenleving geen enkel
wetenschappelijk werk bestaat.
De kleedij, welke zoozeer als „nationaal Nederlandsch costuum" door buitenlanders
aanvaard is werd nog nimmer bestudeerd
Th. MOLKENBOER, de te jong gestorven éénige kunstenaar, welke in Nederland
zijn aandacht ook in wetenschappelijken zin deed uitgaan naar de zonderlinge maar
uit een cultuur-historisch oogpunt hoogstmerkwaardige costuum-verstarsels op Marken,
moest helaas zijn loffelijk pogen stakenEn blijkens de voorloopige publicaties van