wat we in onze dagen noemen comfort: het bestond uit een ruimte van 4 bij 3 M., waarvan de bedstee was afgetimmerd en welke met een schuifbare deur kon worden afgesloten, een klein raampje van 60 cM. vierkant was het één en al licht gevende in deze eenmanswoning en wanneer het groote licht het 's-avonds wenschelijk maakte de luiken ervoor te sluiten, werd de tuitlamp aangestoken om verder de nog noodzakelijke bezigheden te kunnen verrichten. En hierover denke men niet te licht, was op de boerderij uit vlas de draad ge sponnen en het linnensche pak via het Drentsche weefgetouw, de modderingskoel en de vaardige naald der Drentsche boerin gereed gekomen, de boöheer kon voor het breien van eigen kousen en het stoppen daarvan zelf zorg dragen, terwijl uit dank baarheid voor een extra portie spek ook nog wel eens meerdere beenbekleedings- middelen door hem werden vervaardigd dan die hij zelf noodig had. Daarnaast moest hij de eigen boter karnen en zijn eigen potje koken. Eens in de veertien dagen keerde hij naar de boerderij om schoone kleeren en proviand te halen, in een Rücksak, waar- voor menigmaal een grof linnen kussensloop werd gebezigd werd dan alles verzameld om het huishouden weer een periode te kunnen leidenroggebrood, roggestoet, spek, n boekweitenmeel en een enkele maal wat krenten benevens stopgaren en het verdere 1 ontbrekende naaigerei. Men leide uit het bovenstaande echter niet af, dat de boöheer, hoewel hij natuurlijk aan den eigenaar ondergeschikt was een minderwaardige betrekking 111 had te vervullen. Integendeel werd in hem een zeer groot vertrouwen gesteld en de eenige melkkoe die zich onder het vee bevond was in heel haar opbrengst voor den boöheer, benevens de eieren, die de:(kippen in de warme stal den boöheer in dank voor het warme winterverblijf offreerden. Voegt men daarbij, dat heel het boerengezin in feeststemming verkeerde en in blijden jubel 's-voorjaars den boöheer binnenhaalde, dan behoeft het niet te verwonderen, dat welgestelde boerenzoons die nu eenmaal den houwelijcken staat niet begeerden, naarszulk een werkkring dongen. r DE LAATSTE BOÖ

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1928 | | pagina 6