met de traan aan boord van 640 walvisschen, met alle hulpmiddelen der moderne techniek gejaagd en gedood: ook in het Zuidpoolgebied zullen ze aldus weldra zijn uitgeroeid. Dusgenoemde natuurexpedities blijken meest niet anders dan dierenslachtingen in het groot ten behoeve van nieuwe, om materiaal verlegen musea, gelijk die Ameri- kaansche onlangs in Abyssinië. De prins van Wales en zijn broer de hertog van Gloucester gaan in Afrika op groot wild jagen en men behoeft niet te twijfelen aan de bloedige verwoesting, die het gezelschap met zijn volmaakte wapenen onder de te zamen gedreven dieren zal aanrichten. „Graphic" en „London News" zullen ons de tropeeën toonen. Inrichtingen als Hagenbeek laten ze tegenwoordig opvangen in menigte; onlangs kwamen er in ééne zending uit ons Sumatra 46 orang-oetang's. Klagen wij, dan merkt men tot onze vertroosting op, dat het voor de dieren altijd nog beter is achter tralies gevangen te zitten dan met geperfectioneerde kogels dood geschoten te worden. Dit schijnen de twee eenige mogelijkheden. Wat de bont- en pels- en veerenmode aan dieren verslindt weet iederde zilvervossen worden nu gepaaid met opzettelijke aanfokking. Dezer dagen heeft de heer HENRI POLAK, als altijd op de bres voor het bedreigde leven der natuur, in de Eerste Kamer de aandacht der regeering gevraagd voor de bescherming der zeldzame dieren in Indië. Vreeselijke dingen heeft hij verteld, en het is inderdaad onbegrijpelijk en ergerlijk, dat de regeering toelaat, dat b.v. eene Ameri- kaansche expeditie op een onzer eilanden de reuzenhagedis bezig is uit te roeien. Aan eene nieuwe wetgeving voor dierenbescherming in Indië wordt gewerkt. Maar ook hier geldt de oude wijsheidSenatu deliberante Saguntum periit, terwijl de Senaat beraadslaagt gaat de stad verloren. Geen plaats en geen tijd meer voor de natuur, alleen voor de machine. De paarden van een Engelsch huzarenregiment onlangs vervangen door lichte motor strijdkarren. De kameel als schip der woestijn door de auto onttroond. Ja de auto en het ijlverkeer en het wegenvraagstuk. Onvoldoende heeten onze wegen, ouderwetsch, onberijdbaar. Vele zijn het nog voor de auto, en wie zal weerstand bieden aan dit onafwendbare, allesvermeesterende Er spelen mij nog andere woorden door het hoofd, van gewijder oorsprong dan die van CATO den ouden, een paar versregels uit Ev. gezang 227, op hun beurt ontleend aan de dichterlijke profetieën van JESAIA (40 3, 4) „Verhoogd zij 't dal, de berg geslecht, Wat kronklend voortliep worde recht. De christelijke gemeente pleegt ze te zingen in de adventstijd: men zal een weg banen om den Christus tegemoet te .gaan. Doch tegenwoordig is het zóó, dat de menschen, onder den indruk van die onafwendbare verkeerseischen, ze letterlijk genomen en alom toegepast hebben. Waar vroeger de landweg tusschen hoog akkermaalshout in de liefelijkste wendingen voortliep, ligt nu, sneller naar het doel, de rechte, breede baan, boomloos, om bij den jagenden rit het uitzicht niet te belemmeren. Waar vroeger het kleine riviertje stroomde onder het overhangend wilgenloof in verrassende kronke lingen en bochten, strekt zich nu de vaart uit, lang en onafzienbaar, telegraafpalen rechtstandig aan weerskanten. Het is waar, bergen slechten kunnen wij niet vele, nademaal wij weinig bergen bezitten, maar met wat wij dan nog hebben maken wij korte metten. De tragedie van den Pietersberg is nog niet aan haar laatste bedrijf, maar er is geen hoop dat het nog eens een blij-eindigend treurspel worde. Wanneer iemand wil weten waar onze buitenduinen blijven, moet hij eens gaan zien naar de

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1928 | | pagina 2