HET HUIS TE BINCKHORST
- TE VOORBURG. -
Aan de Oostzijde van de vaart, welke
zich van 's-Gravenhage naar Leiden
en Delft uitstrekt, ligt de oud-adellijke
hofstad te Binckhorst, ook wel als ten
Binckhorst of eenvoudig Binckhorst voor
komende.
Ongetwijfeld behoort dit huis onder
de oudste leengoederen gerekend te
worden, waarvan in Holland nog sporen
aanwezig zijn; want reeds in de 1 le eeuw
vindt men van hetzelve gewag gemaakt;
hoezeer de tijd van deszelfs stichting, met
geene mogelijkheid is vast te stellen. Men
meent dat deze heerlijkheid reeds voor
den jaare 1000 bekend was.
Zijn er geen overblijfselen meer aan
wezig van de vroegere sterkte van het
huis te Binckhorst welker bezitters geen
onbeduidend aandeel aan de binnenland-
sche twisten moeten hebben genomen
zijn de schietgaten geheel verdwenen,
waarmede het gebouw vroeger voorzien
was en is de vierkante klokketoren die
het nu versiert slechts een afschaduwing
van die waarmede het in vorige dagen (Schets van «ten architect J. W. Franken Jzn. te Arnhem)
tot deszelfs verdediging voorzien was, nog ligt het op de zelfde hoogte waar het
eeuwen stond en nog getuigen zijne grachten hoe men het vroeger kon afsluiten, eer
de ophaalbruggen door de tegenwoordige afdammingen vervangen waren.
Het heeft in de Hoeksche en Kabeljauwsche twisten, gedurende het korte tijds
bestek van tien jaren, twee zware belegeringen te verduren gehad. De eerste in 1350
door WILLEM VAN BEIJEREN, de tweede in 1359 door de kabeljauwsch gezinde Del-
venaars, die nadat zij stormenderhand het huis van Polanen hadden ingenomen en
vernield, het huis te Binckhorst, toenmaals door JACOB VAN DEN BINCKHORST in leen
van den Graaf van Holland bezeten wordende, tot den grond toe afbrandden. Op de
grondslagen van dit eerste gebouw, van hetwelk de hechte gewelven allen schijnen te
zijn overgebleven, herrees kort daarop het huis te Binckhorst. Dit laatste onderging,
zooals oude teekeningen ons aantoonen in den loop der tijden verschillende veranderingen,
doch de vierkante spits-toeloopende en van een uurwerk voorziene toren en het in
zandsteen uitgehouwen wapen van het oud-adellijke geslacht dat deszelfs naam aan dit
huis ontleende en in een der zijmuren is gemetseld, zijn onmiskenbaar nog overblijfselen
van dien tijd.
In het jaar 1076, onder de grafelijke regeering van DIRK V woonde de heer
EvERT VAN DEN BINCKHORST de belegering bij, en sneuvelde na een 16 daagsche
hardnekkige belegering welke de overgave en de geheele slooping ten gevolge had.
Tot den jare 1308 was het een vrij eigendom geweest. De toenmalige bezitter, de
HET /TORENTJE VAN DE BINCKHORST
TE RIJSWIJK