allereerste ommuringen, eveneens nagenoeg in cirkelvorm, waarmee Maastricht, Breda,
Amersfoort, Zwolle en vele andere steden waren omringd, in latere eeuwen verbeterd
en nog later (omstreeks de 16e en 17e eeuw) helaas vrijwel geheel en al gesloopt.
Het weinige dat enkele onzer steden nog hebben overgehouden van haar ommuringen,
met poorten en torens, alsmede de bestaan hebbende bouwwerken van dien aard, vindt
men o.m. beschreven en afgebeeld in: Oud-Nederlandsche steden door Prof. Dr. H.
BRUGMANS en C. H. PETERS, eerste deel: De stad als veste, woon- en handelsplaats,
en' in: Sprokkelingen in Nederland: afbeeldingen, met tekst van Mr. A. LOOSJES,
Reeks A. Stéden, series 1 en 2Stadspoortenen muurtorens.
Bij die slooping vervingen aarden wall'en met bastions, soms nog gedekt door
„voorwerken" en omgeven door een breede natte gracht, de muren en torens, welke
reeds lang, door de toepassing van het vuurgeschut, hun defensieve waarde verloren
hadden. In een volgend artikel zal deze, zeer belangrijke verandering in den vesting
bouw, alsook de latere verbetering daarvan', resp. als het Oud-Nederlandsche en
het Nieuw-Nederlandsche bevestigings-systeem' bekend, nader worden toegelicht.
De vesting Naarden, in den tegenwoordigen toestand, (af b. 1 en 2) is van het laatst
genoemde stelsel. Oorspronkelijk ommuurd, waarschijnlijk reeds onder Graaf WILLEM V,
in het midden der 14e eeuw, werd zij vrij spoedig na de beruchte inname en verwóesting
van 1572, met steun van de Staten van Holland en van den Stadhouder Prins MAURITS,
van wallen voorzien van licht profiel en met kleine bastions. Deze versterkingen werden
in Juni 1672 gemakkelijk door de Franschen vermeesterd, die de vesting toen weliswaar
eenigszins verbeterden, doch haar reeds in Sëptember 1673, na een krachtigen aanval
van slechts een week tijds, aan Prins WlLLEFifl III moesten overgeven.
In zijn doorwrochte studie: „De wallen van Naarden" beschrijft A. N. J. FABIUS
hoe vervolgens de ombouwing der vesting van 1675 tot 1685 plaatsvond, zoowel door
AFB. 4. DE VESTING WILLEMSTAD, VAN DEN WESTDIJK GEZIEN
Verschenen in den Militairen Spectator van 1887.