monumenten beknopt uiteen te zetten, tevens zal daarbij terloops op het kunstzinnige
karakter der bouwwerken worden gewezen.
Wat het natuur- en stadsschoon betreft, zij herinnerd aan de dikwijls zoo schilder
achtige begroeiing van oude stadsmuren en kasteelruïnes, aan de vervorming van
voormalige vestingwallen en grachten in stad^plantsoenen met fraaie waterpartijen en
niet het minst aan de vestingen zelf in nog onvervormden staat. In de „N.R.C." van
17 Oct. 1926'(rubriek „Onder de menschen") schrijft de heer W. L. BRUSSE, met het
oog hierop, zoo- treffend over Naarden en Willemstad: „Er is hier, door de eeuwen
„heen, aan deze zuiver geconstrueerde vesten binnen de groene schansen en de ruig-
doorgroeide vestinggrachten een zinrijke schoonheid gewrocht, die aan de vrijgegeven
„fortificatiën alle aanspraak verleent om als romantische lustoorden, als liefelijke plant
poenen, als nationale parken van bijzondere historische en idyllische waarde, voort te
„bestaan, tot een lust voor wie zich in deze natuur 'geworden schepping van menschen
„willen vermeien."
Militaire verdedigingswerken hebben van de oudste tijden af bestaan; in de
kronieken van de oudst-bekende volken worden ze vermeld, in Egypte en Palestina
zijn ze teruggevonden, de bewoners van China bouwden reeds eeuwen vóór onze
jaartelling hun verdedigingsmuren tegen de invallen der Mongolen, de Babyloniërs, de
Grieken^ en de Mohammedanen hun krachtig en kunstig versterkte steden.
Evenals de eigenlijke oorlogvoering, de krijgswetenschap in het algemeen, houden
die verdedigingswerken in hun ontwikkelingsgang gelijken tred met de cultuurgeschiedenis.
Naarmate een volk in macht en beschaving toenam, steeg niet alleen de beteekenis
van zijn weermacht, maar werden ook sterkere en meer vernuftig uitgedachte militaire
afweermiddelen opgericht.
AFB. 2. DE VESTING NAARDEN GEZIEN UIT
HET ZUIDEN, VAN DEN BUSSUMSCHEN KANT
1) Cursiveering van mij Kan het markanter worden gezegd7