ZWERFTOCHTEN DOOR DE BETUWE. ot mijn genoegen las ik in „De Betuwe'' van 18 November j.1. een artikel betreffende het weder in gebruiknemen van de Herv. Kerk te Herveld. Hulde aan het Kerkbestuur dezer gemeente, dat dank zij de uitmuntende medewerking van de Rijkscommissie voor de Monumentenzorg tot restauratie overging. Dezen zomer heb ik mij op mijn zwerftochten in dit schitterende gedeelte van ons land van eenige restauraties kunnen overtuigen. Behalve in bovengenoemde gemeente bezocht ik ook het plaatsje Eek en Wiel, alwaar ik vernam, dat ook het mooie kerkje alreeds was toevertrouwd aan de goede zorgen van Monumentenzorg. Het laatstgenoemde kerk gebouw heeft een driebeukig schip, welks middenbeuk in zijn onderbouw misschien XHIe eeuwsch is, en welks rechtgesloten langs den toren doorgetrokken zijbeuken XVe eeuwsch zijneen driezijdig gesloten choor en een baksteenen, zwaar begroeiden toren. De kerk bezit: Eiken preekstoel op het steenen voetstuk van een doopvont, een koperen lezenaar, een eiken doophek en doopbanken en vier koperen kaarsenkronen. Genoemde monumenten zijn en worden thans gebracht in den toestand, waarop zij recht hebben en waar wij Hollanders trotsch op kunnen zijn. Er zijn nog meerdere van dergelijke juweeltjes van bouwkunst in deze omgeving aan te wijzen, waar niet alleen de tand des tijds aan geknaagd heeft, doch die helaas in den loop der jaren door onvakkundigen zijn verprutst. Zoo kwam ik over den Waaldijk via Dodewaard met den interessanten tufsteenen toren 2) te IJzendoorn, waar ik wederom getroffen werd door het rustige Kerkgebouw aldaar. Na het maken van eenige schetsen/ kwam ik helaas tot de ontdekking, dat het er met vele onderdeelen treurig aan toe was, wat mij later nog beter werd aangetoond bij een rondgang inwendig. Men kon daar niet bepaald spreken van „waterdicht zijn". Tevens kon men wederom het traditioneele dichtmetselen van raam- en deuropeningen waarnemen, mede de eveneens ongemotiveerde aanbouwsels (die hier n.b. voor W. C. dienen). Ik geef ook hier van dit Kerkgebouw de beschrijving uit de Rijks Monumentenlijst, De Ned. Herv. Kerk (H. JOHANNES DE DOOPER, in 1384 tot parochiekerk verheven), een uitwendig gewit gebouw, hersteld XVIII, na stormschade in 1714, bestaat uit een schip (XV), waartegen aan den zuidkant een portaal (XVI) aangebouwd is; een 5/8 gesloten choor (XIV); en een baksteenen toren (XV) met rechthoekigen traptoren. Over het schip een vlakke, over het choor een tonvormige houten zoldering. In het portaal een ribloos kruisgewelf. Leliekruis op het choor. De kerk bezit: Eiken preek stoel en heerenbank (XVIII), koperen lezenaar (XVIII), twee koperen kroontjes (XVII), twee zilveren bekers (1765), klok (1526). Ook hier zullen de autoriteiten willen erkennen, dat restauratie geen luxe is en is te verwachten dat het Kerkbestuur in deze gemeente niets onbeproefd zal laten om mogelijk met steun van de Regeering, de Provincie en de Synode hier spoedig te kunnen ingrijpen. Historisch is van IJzendoorn en van het kerkje weinig bekend. De Arnhemsche archivaris, de heer S. VAN VEEN, publiceerde voor eenige jaren den tekst van den stichtingsbrief der Parochiekerk te IJzendoorn, waarvan het origineel ook alweer een copie doch uit de 17e eeuw bérust in het archief der voormalige Rekenkamer van Gelderland. Deze tekst luidt; Voorloopige lijst der Nederlandsche Monumenten van Geschiedenis en Kunst, deel IV, Gelderland. 2) Zie tijdschrift „Buiten24 October 1925

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1927 | | pagina 6