c
IS1
MAANDBLAD VAN DEN BOND HEEMSCHUT
SECRETARIAAT: SINGEL 119, AMSTERDAM. - - TELEFOON 46586
4DE JAARGANG NOV. 1927 No. 11
WAT HEEMSCHUT'S AANDACHT HAD.
Ontsierende reclame. Dezer dagen verscheen op het grondgebied der Gemeente
Bussum aan den Nieuwen 's-Gravelandschen weg een zeer ontsierend reclame
bord en nog wel aan den ingang van de z. g. Zandzee, die den Bussummer zoo zeer
aan het hart gaat. Geen wonder dat een inwoner zijn hart luchtte in een ingezonden
stuk in het plaatselijk blad, „De Bussumsche Courant". De Redactie voegde er een
mededeeling onder, waarschijnlijk verkregen aan het Gemeentebureau dat het bord niet
was geplaatst op Gemeentegrond en dat Bussum geen verordening tegen ontsierende
reclame bezit en er daarom dus niets aan te doen was.*) Dit geval op zichzelf niet zoo
belangrijk, omdat zooiets zich in Nederland als 't ware dagelijks voordoet, geeft ons
aanleiding met een gezichtspunt voor den dag te komen dat niet van algemeene be
kendheid is. De Provinciale Besturen van Noord-Holland, Zuid-Holland, Zeeland,
Limburg, Gelderland en Utrecht en naar wij meenen ook Noord-Brabant hebben ver
ordeningen tegen ontsierende reclame. De eerste van deze verordeningen is die geweest
van de provincie Noord-Holland en had men behoefte aan een Denkmahl voor dit
aardige onderwerp dan zou dit moeten zijn gewijd aan Mr. HAZELHOFF ROELFSEMA.
Die verordening dan is van 1912 en de belangrijkste artikelen luiden: Dat het den
eigenaar of gebruiker van eenig onroerend goed verboden is daarop reclameborden en
dergelijke artikelen te hebben, doch dat dit verbod niet van toepassing is in zoover
het geldt een reclame, niet voorkomende in het landelijke gedeelte eener gemeente.
Andere Provinciale verordeningen zooals die van Zeeland van 1913 schrijven de be
wuste zinsnede eenigzins anders en wel dat het verbod tegen ontsierende reclame niet
•geldig is „zoover het geldt een reclame, voorkomende binnen de bebouwde kom eener
Gemeente, welker grens ter beoordeeling staat van Gedeputeerde Staten". De nieuwste
verordening, die van Gelderland van 1925 vermeldt weder „De verbodsbepaling geldt
alleen voor het landelijk deel eener Gemeente". Het gaat er dus om of voor het geval
als boven gesignaleerd, zulk een bord staat in het landelijk gedeelte en wat als landelijk
gedeelte te beschouwen is. Nu is ons een geval bekend van een Gemeente in de
ft
rDfU
H
Dit bord is zoo juist weer verdwenen.