soo als ook yder Eygenaarwiens Luyffel na verloop van de voorsz. ses jaaren bevonden sal worden niet geheel geamoveert en weggebroken te zijn/ verbeurd sal hebben een boete van vyftig guldens, te appliceren voorsz. boete/ een darde voor den Heere Hoofd-Officier/ een darde voor de Aalmoeseniers-Camer/ en een darde voor den Aanbrenger. En op dat niemand hier van ignorantie pretenderen/ sal dese worden gedrukt/ gepubliceerd en geaffigeerd na behoren. Aldus by de Vroedschap gearresteert den 29en November 1745. en van den Stadthuyse (more folito) gepubliceert den 18en December. In kenmsse van my J. V. Baerle. Aldus sneuvelden in Utrecht de luifels! Op gelijke wijze zullen zij verdwenen zijn in de andere Nederlandsche steden. Dit aardig object, de Hollandsche luifel, is dus niet zijn natuurlijken dood gestorven, doch het slachtoffer geworden van een massa-opruiming bij Tsarendecreet. A. K. DE STADSPOORTEN VAN ZIERIKZEE. Het gemis van oude gegevens, dat voor het nauwkeurig bepalen van den stichtingstijd onzer stadspoorten zoo te betreuren is, is ook oorzaak dat wij van den oorspronke- lijken bouw der beide Havenpoorten niets met zekerheid weten. Slechts mogen we aannemen, dat deze poorten ongeveer terzelfder tijd, zoo niet, althans wat de Zuidhavenpoort betreft iets vroeger dan de Nobelpoort gesticht zijn. Waar sprake is van het Zuidelijk deel onzer stad ten Oosten van de tegenwoordige Nieuwe Boogerdstraat, wordt dit in 1368 en 1384 nog genoemd „die nieuwe port", dat is „de nieuwe stad". Men mag dus vaststellen dat dit nieuwe deel niet vele jaren tevoren aan het oorspronkelijk Zierikzee was toegevoegd en dus ook met muren, grachten en poorten omsloten is geworden. Die uitlegging der stad kan veilig in de eerste helft der 14e eeuw gesteld worden. Vermoedelijk waren toen de beide zijden der (Oude) Haven reeds, bij wijze van voorstad, met huizen bezet en was de vergrooting slechts te beschouwen als de bewalling van bebouwd terrein. Een vlak buiten de Zuidhavenpoort gelegen buurt, 's Heer Lauwendorp geheeten, die reeds in 1347 genoemd wordt, in de 16e eeuw te niet ging en nu weer is herleefd, werd toen niet in de uitlegging der stad opgenomen. Indien de Zuidhavenpoort en de Noordhavenpoort niet tegelijkertijd zijn gesticht, dan moet de bouw toch zeer kort na elkaar hebben plaats gehad, daar de afsluiting en de verdediging van de (Oude) Haven zulks uit een vestingbouwkundig oogpunt eischte- Beide poorten waren door een eind muur en een steenen brug verbonden, ter plaatse waar de houten binnenbrug ligt. Reeds in 1527 was die steenen brug geheel vervallen, zoodat men er slechts met groot gevaar over kon gaan. Daar men in ouden tijd sterk bouwde, kan aangenomen worden, dat die brug toen al een paar eeuwen oud was. Eerst in 1544 had de stad middelen de herstelling te doen plaats hebben. 1DE ZUIDHAVENPOORT.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1927 | | pagina 5