Men ziet het: van een onontkoombare noodzakelijkheid van het L.-plan is geen sprake! Zelfs wat voor de commissie het zwaarste woog, n.1. de regeling van snel en plaatselijk verkeer, wordt door competente personen betwist. De vraag is nu maar, welke rol het feit van de demping der Louwersgracht in de zaak gespeeld heeft. Of bij de commissie het verlies, het onherstelbare verlies van dit fraaie stuk Arnhem eigenlijk het eenige belangwekkende stadsdeel, eenig gewicht in de schaal gelegd heeft. Welnu, geen gewicht van beteekenis, of liever: heelemaal geen gewicht. Geen woord wordt gerept over 't verlies van schoonheid: lees wat er dienaangaande gezegd wordt: „Demping van een deel der vijvers zal 't stadsbeeld veranderen doch bij een goede architectonische uitvoering behoeft dit daarom nog geen verandering ten kwade te zijn. Het tot stand brengen van den nieuwen verkeersweg, kan gepaard gaan met een parkaanleg, welke zich zeer wel aansluit bij het blijvende deel". De breede oprit, met plantsoen er omheen, zal ons dus schadeloos moeten stellen voor het verlies van de gracht, haar eigenaardige charme; de idyllische boom- en plantomlijsting op haar oevers, met in een der bochtenhet heerlijke kleine eilandje en het woord verlies wordt niet eens door de commissie gebezigd En waar nu de rustige Louwersgracht stadgenoot en vreemdeling genieten laat van haar weldoende aanwezigheid, daar zou voortaan het lawaaiige moderne verkeer met zijn luchtverontreiniging den scepter zwaaien, daar zal, even voorbij den oprit, het verkeer ook de ontsiering van de sierlijk begroeide „Dam" eischen; de Boulevard Heuvelink, nu nog breede, aangename straat met ruime troittoirs, twee rijen boomen en voortuintjes, zal groote doorgangsweg worden naar het N. en O. Magazijnen zullen er komen en garages, hier zoowel als op de Singels. Neen, dat is geen verlies aan stadsschoon, dat is alleen het stadsbeeld watveranderen En daar zijn waarachtig weer die verwenschte plannen voor een toekomstige industrie, die hier nog steeds „in het O. moet verrijzen"immers de commissie zegt zelf: „Het met alle industrie verbonden vrachtautoverkeer zal hier haar verbindingen met het Z. via de brug kunnen onderhouden, zonder het verkeer in de binnenstad te belasten". „Wil de op het O. aangewezen industrie zich kunnen ontwikkelen, dan zalenz. Hoevelen in Arnhem willen nu eigenlijk die industrie? Wat is er gekomen op de „industrieterreinen", die de Gemeente een millioen of millioenen kostten, en waarvoor men ten N, der stad een zandwoestijn schiep? Bitter weinig! Het is m. i. voldoende bewezen, dat, wordt het L.-plan werkelijkheid, het Z.O. heelemaal bedorven wordt: Arnhem is dan een leelijke wijk rijker. Terwijl bij een uitvoering van het R.-plan de vaste brug zich zal aanpassen aan den bestaanden toestand, en er bij eventueele afbraak niets bijzonders te verliezen zal zijn aan dezen W.kant; een speciale, kostbare dijk aan den overkant van den Rijn zooals die noodig is bij het L.-plan, zal hier niet gebouwd behoeven te worden. (Het L.-plan is bovendien f 200.000 duurder dan het R.-plan). En hoe komt het, dat de bruggencommissie geen oogenblik gedacht heeft aan een plan, waarbij die ontoelaatbare kruising a niveau of met een viaduct van oprit en Rijnstraat geheel vervallen zou? Waarom zou de oprit niet ter hoogte van de Rijnstraat kunnen beginnen en met een boog over de oude haven (die gedempt zou worden) gaan om aan te sluiten aan een vaste brug ongeveer ter hoogte van de tegenwoordige schipbrug? Een andere oprit zou Onderlangs met de brug verbinden. Huizenafbraak zal hier niets van waarde verloren doen gaan. Naar ik uit betrouwbare bron vernam, betreurt Arnhem's burgemeester het verlies van de gracht zéér.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1927 | | pagina 8