Onze stad bezit bijna geen overblijfsels uit het verleden. Oude, karakteristieke gevels zijn er zoo goed als niet meer.. Een oud plaatje kan U de fraaie huizen toonen, die eens de Rijnstraat bij de vroegere Rijnpoort sierden. De gevel van 't magazijn „de Matador" en die van „St. Pieter" doen nu nog slechts vermoeden, hoe mooi het daar eens geweest moet zijn. Mooi, ja maar gemeentenaren en bestuurders van 't vroegere Arnhem waren zich van die schoonheid niet zóó bewust, dat zij die huizen, die nu de trots van Arnhem's oudheidkundigen en vrienden der kunst hadden kunnen zijn, spaarden. Wellicht waren die monumenten behouden gebleven, als de vroede vaderen van toen in de toekomst hadden kunnen zien en de bewondering gekend hadden, die schoonheidsminnende twintigste-eeuwers koesteren voor uit artistiek oogpunt waarde volle bouwwerken uit vroeger eeuwen. Echter, toen de vestingwallen gesloopt werden, heeft men door park- en plantsoen- aanleg de stad weten te verfraaien. Zoo kan de aangename en weldoende aanwezigheid van groen, hoog geboomte en grachten,-die vijvers gelijken, het gemis van karakteristiek eenigszins vergoeden. Maar Arnhem's aantrekkelijkheid ligt vooral in zijn omstreken; de aan natuur schoon zoo rijke omgeving, die den toerist zoo veel afwisseling biedt, die hem laat genieten van fraai, hoog geboomte, van volle, dichte bladerdaken, van majestueuze boomgroepen, van pittoreske hoekjes, van schoone panorama's, van schitterenden aanleg van parken als Sonsbeek of Rosendaal, van wildere gedeelten, die soms ook een grootschen indruk wekken. Welk een indruk van voorname schoonheid maakt al dadelijk niet de omgeving van hotel Sonsbeek, als men aan den kant van de Apeldoornsche straat het park binnentreedt! Op het groen van 't glooiende grasveld verheffen zich enkele reuzen van het bosch, met het opulente groen en rood van hun weelderig loof! Volg de Tellegen-laanforsch. als tempelzuilen gaan de zware stammen der beuken omhoog en sluiten met hun kruinen bijna de lucht af. In de gewelven eener kathedraal droomt men zich als in een andere laan de stoere boomen in rechte rij elkaar opvolgen. En dan staat, bij een der kleine vijvers, een hooge treurbeuk te peinzen en laat zijn takken als lange armen afhangen tot in het overschaduwde water. Wanneer de herfst zijn koelen adem over deze contreien strijkt, wordt het stervend gebladerte met de allerschoonste en verscheidenste verven van den schilder getooid, dan vullen droefgeestige en ravissante stemmingen de lucht, dan waant de wandelaar zich soms in een onwerkelijke wereld. Nog meer natuurpark is het park Zijpendaal, dat zich als een vervolg op de hoogten achter Sonsbeek uitstrekt. Over sterke hellingen, in noordelijke richting zelfs voortdurend sterk stijgend, kronkelen ook hier de wandelpaden zonder ophouden tusschen het groen van klein en groot geboomte; de groepen zijn hier niet zoo mooi; fraaie exemplaren komt men niet tegen, maar men geniet van de kracht van het ongekunstelde eener niet door menschenhand geleide natuur. Vanaf een hoog punt, in de buurt van den Zijpschen weg, ziet men neer op 't kasteel Zijpendaal, door water omringd. Wat te zeggen van Oosterbeek en Velp, namen, die reeds tot wandelen uit- noodigenOosterbeek, het riante, door vreemdelingen druk bezochte dorp, dat „des ondanks" zijn landelijk karakter goed heeft bewaard, Oosterbeek, met z'n lange, afdalende Weverstraat (haast een bergweg) zetelt ook op de grens der Veluwsche heuvelen, te midden der natuur en biedt den wandelaar alles wat hij wenschen kan

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1927 | | pagina 4