[V/1
FDILJ
IfBl
MAANDBLAD VAN DEN BOND HEEMSCHUT
SECRETARIAAT: SINGEL 119, AMSTERDAM. - - TELEFOON 46586
4DE JAARGANG AUG. 1927 No. 8
ARNHEM, DE RIJNBRUG EN DE LOUWERSGRACHT.
Wie per trein de stad Arnhem vanuit het Oosten nadert, ontdekt al spoedig,
terwijl de wagens zich tusschen de weilanden over den hoogen spoordijk
voortspoeden, den toren der St. Eusebiuskerk, welks lijnen men al beter en beter
onderscheidt wanneer de spoortrein de grenzen der stad bereikt heeft.
In een booglijn gaat ge nu door oostelijk Arnhem, eerst weerklinkt het gerammel
en geratel van 't spoor tegen de achterkanten van gewone en leelijke woningen; maar
allengs wordt bij het passeeren van de viaduct over de Apeldoornsche straat, het
stadsbeeld mooier; gij kijkt in een flinke, met boomen beplante oploopende straat.
Na in het voorbijschuiven even verdwenen te zijn, komt de Groote Kerk weer
van achter de huizen te voorschijnsteeds duidelijker teekent de toren zich af in het
panorama.
Even verderop geniet de vreemdeling dan van een fraai stadsaspect: Groote Kerk
en Toren zijn midden in het gezichtsveld gekomen; statig beheerschen zij den omtrek,
hoog uitstekende boven de huizenzee, welker achtergrond zij vormen't oog wordt
geboeid door de harmonische lijnen der kathedraal en 't indrukwekkende van den
bijna 100 Meter hoogen St. Eusebiustoren.
Op den voorgrond treft 't vriendelijke van frissche en keurige plantsoenaanleg op
de ruime Jansbuiten- en binnensingels, waarover ge vanuit de hoogte uw blik laat gaan.
Net voor de „entrée en gare", vanaf de Zijpsche brug, kunt ge nog even van een
zéér fijn uitzicht genieten op het voorste deel der nieuwere stadswijken, het begin van
den Zijpendaalschen weg en 't park Sonsbeek, dat verderop zijn prachtig geboomte
verheft boven de sterk hellende „weide van Sonsbeek".
Nieuwsgierige vreemdeling, zijt ge misschien bewoner van meer echte, maar ook
eentoniger „Neder"landen? Dan zal, als ge gevoel voor natuurschoon hebt, het verschil
tusschen deze streek en die, waar uren in den omtrek de met gras en slooten over
dekte grond geen oogenblik rijst of daalt of waar tusschen de eindelooze vlakten een
kleine hoogte zich eenzaam en beschroomd verheft, alsof zij zich te schamen had voor
haar aanwezigheid, dan moet het verschil tusschen uw vlakke land en de beboschte
heuvelen van Arnhems omstreken U wel sterk treffen
n