en de Eusebiuspoort te verkoopen, de landerijen aan de buitenzijde van den Singel
werden verkocht; in 1822 deed men een verzoek om de wallen bij de kerken te slechten;
in 1835 besloot de Raad den Singel van de Velperpoort tot Sint Walburg met drie
rijen iepen te beplanten, daarna twee rijen; ook werd de wal geslecht tusschen het
Huis van Bewaring (thans een deel van Insula Dei) en de St. Eusebiuspoort, terwijl
in het volgende jaar een doorgang gemaakt werd van het St. Walburgsplein naar den
Binnensingel; het plein bij het oude Manègegebouw werd in 1837 Koningsplein genoemd.
De wallen werden wandelplaatsen en de grachten heerlijke vijvers. En als laatste
overblijfsel van den ouden toestand is nu de Louwersgracht over en onze voorvaderen
verdienen allen lof voor de metamorphose van vestinggrond tot wandelpark.
Vroeger strekte de gracht zich uit tot de St. Eusebiuspoort, in 1858 is een gedeelte,
van deze poort af tot 't ziekenhuis, gedempt door den aannemer G. VAN BERKUM.
Eenige jaren daarna werd de ijzeren voetbrug gelegd, vormend de verbinding tusschen
binnen- en buitensingels. Vroeger was de gracht rijk aan karpers.
Tijdens het zangersfeest, in 1851, bewoog zich een Venetiaansch geïllumineerde
gondel tijdens de avondfeesten op he*t water, terwijl de zangers daar hunne scnoone
liederen zongen. Vroeger lag tegenover 't St. Walburgsplein het Militaire Hospitaal
of Infirmerie, sedert 1893 is aldaar de Dam als verbinding der singels, na afbraak der
gebouwen. r
De fraaiheid van dit gedeelte van 'de gracht is verhoogd door 't aanbrengen van
een eilandje, tegenover den Boulevard,7dat thans begroeid een sierlijken indruk maakt.
Dit rustige gedeelte der oude stad vormt een schril contrast met de vroegere toestanden
daar van wal en bolwerk.
Het is eene eereschuld tegenover onze voorvaderen van een eeuw geleden, om
GEZICHT OP DE LOUWERSGRACHT TE ARNHEM