BIJ DE LEIDSCHE KIEKJES.
In het bericht van L. K. bij de prentjes in het vorig nummer is een storende drukfout.
Middenin staat „persoonlijkheidszin". Dat is natuurlijk onzin, moet zijn „schoonheidszin".
De zinsnede is dan, doelende op het nieuwe pakhuis: „In elk geval, het ding staat er
en zal wel gedurende een reeks van jaren den schoonheidszin, des eenen kwetsen en
den ander vreugde verschaffen."
Deze drukfout geeft mij aanleiding een ander Leidsch plaatje ter reproductie aan
te bieden en er iets bij te schrijven, niet als Secretaris van Heemschut doch als architect.
Zoo danik vind dat pakhuis van de vorige maand niet leelijk Het is een voortbrengsel
van onzen tijd zooals de Waag een ding van zijn tijd is en zooals het tusschengelegen
gebouw een slecht ding is uit een kunstloozen tijd, ook een kind zijns tijds. Men zie
de afbeelding in 't vorig nummer. Elke tijd heeft zijn recht. De architectuur van een
stad is de geschiedenis van die stad, uit eiken tijd wat. Alleen is het jammer dat dat
nieuwe ding, dat pakhuis een cementkleur heeft. Dat vind ik onhollandsch en daarom
in een Hollandsche stad af te keuren.
Nu 't nieuwe prentje. Een nieuw gebouwd hofje, ook te Leiden. Dat kwam uit
de sleutelstad gezonden als een voorbeeld hoe goed men daar bouwen kan. Dit hofje
nu vind ik heelemaal niet goed. Het is namaak oud-Hollandsch, het is een Marker
Geesien op een wereldtentoonstelling, het verhoudt zich tot eenvoudige goede moderne
bouwkunst als een valsch bankbiljet zich verhoudt tot een echte zilverbon en voor
echte zilverbons betaalt de Nederlandsche Bank meer dan voor valsche bankbiljetten.
Het vervaardigen van zoodanige ,falsificatiën zal men strafbaar gesteld hebben omdat
daardoor 't vertrouwen in de echte geschaad werd. Zeven jaar 't staat er op
kan men zelfs ontvangen voor 't in voorraad hebbenDan heeft dit gebouw iets goeds
LEIDEN. EEN NIEUW GEBOUWD HOFJE