De expeditie in Abyssinië. De latere uitvoerige berichten over deze „natuur onderzoeking", gelijk de „N. R. C." ze haren lezers biedt, bevestigen ons triest vermoeden, in een vorig nummer geuit, dat dit dusgenaamd wetenschappelijk onderzoek in haar verfoeielijke karikatuur, verdelging der fauna, zou blijken te ontaarden. Met de modernste vernielingswerktuigen uitgerust, richt de expeditie een dagelijksch bloedbad aan, dat ook de drachtige wijfjes der zeldzaamste antilopen-soorten niet spaart. „Het kamp heeft langzamerhand het voorkomen aangenomen van den winkel van een dieren- opzetter. BAILEY bracht nog twee rietbokken in het kamp, een mannetje en een wijfje. Dr. OSGOOD had veine met een schot op een rooden, Abyssinischen wolf, die zeer zeldzaam is, en legde hem neer. Ik schoot van ochtend twee Oribi-bokken. FUERTES is vooral met de kleine vogels bezig. Sedert ons vertrek hebben wij er 200 buit gemaakt en opgezet. Wij hebben zooveel huiden, horens en vogels, dat wij over een paar dagen een paar pakezels zullen moeten zenden. Alleen voor de huiden der Nyala- (antilopen)-groep hebben wij drie of vier lastdieren noodig". Aldus gaat men voort, om een of ander Amerikaansch museum te vullen, eene slachting aan te richten onder de dierenwereld van een land, dat „natuurwetenschappelijk" zou onderzocht, maar daarom nog niet tot één groot slachthuis behoefde gemaakt te worden. Dit weerzin wekkend gemoord toont ons wel zulk een expeditie op haar ergst. Het leelijke onzer huizen is dikwijls meer toe te schrijven aan de leelijkheid van ons karakter, dan aan armoede of onwetendheid. Immers wij vinden nu evenveel leelijkheid in de huizen der rijken als in die der armen. De vorm kan gekopiëerd worden, het gevoel nooit. Ware oorspronkelijkheid is het resultaat van oprechtheid. Het ideaal 'van schoonheid is eenvoud en rust. aat men per rijwiel of ander wegvervoermiddel HarlingenFranekerLeeuwarden, dan ontwaart men ruim halverwege FranekerLeeuwarden ter rechterzijde een merkwaardigen toren met peervormige spits. Per trein. heczelfde traject makende ziet men den toren meer van dichtbij ter linkerzijde, want Deinum ligt tusschen de spoorbaan en den landweg. Die spits, die peer, die kool is heel wat besproken en beschreven, 't Zou een baken geweest zijn voor de visscherlui toen de Friesche Middelzee nog bestond. Die peer, die kool was overrijp oftewel rot en had voorziening noodig. Dit is geschied en ook Heemschut droeg een steentje bij. Wij wenschen Friesland geluk met het herstel der Deinumsche kool. Moge zij jaar en dag een baken zijn, zoo niet meer voor de visschers dan voor de Heemschutters als onontbeerlijk sieraad in Friesland's schoone landouwen. L. K. SPREUKEN EN CITATEN. DE TOREN TE DEINUM A. K.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1927 | | pagina 8