STADSBOOMEN.
Hooge boomen vangen veel wind zegt het bekende spreekwoord.
Zoo ergens, dan is dit op zijn plaats, waar het bgtreftjde boomen in een moderne
stad. Het zou ongetwijfeld een lijvig boekdeel vormen, wanneer we alles, wat de
laatste jaren over dit onderwerp geschreven is, gingen samenvoegen.
Afgezien van de oorzaag hiervan, blijkt het wel, hoe zeer de boomen in het
middelpunt der algemeene belangstelling staan. Valt het te verwonderen, daar zij een
der belangrijkste factoren zijn, die het stadsbeeld helpen vormen? Dit bedenkende komen
we vanzelf op een bekend thema: de grachten. Op velerlei wijze is haar schoonheid
bezongen. We willen nu eens uitsluitend van het „boomenstandpunt" uitgaan. Zooals
meer voorkomt: men kan het best zijn bedoeling uit laten komen door tegenstellingen.
Dan vragen we ons afwat zouden de grachten zijn zonder het prachtige voor
jaarswaas, dat er "nu over ligt, hun groenen tooi in den zomer en het takken-gewar,
dat zoo fijn tegen een wintersche.lucht kan uitkomen. Zeker de huizen-architectuur
is mooimaar zou die heel aparte sfeer, die eenheid, er ook zijn zonder de steeds
verschuivende lichtplekken, die op een zonnigen dag zoo'n gevel als het ware doen
leven? Wie niet zeker is van het juiste antwoord hierop moet eens in het Rijksmuseum
het schilderij van BERKHEIJDE gaan ziende bocht van de Heerengracht in het
boomenlooze tijdperk. Deftig en statig, maar'. kil. En wat zou de gracht zelf zijn
zonder de donkere weerspiegeling in het water?
Om nu even op een bovengemaakte opmerking terug te komenligt hierin wellicht
de verklaring van de felheid, waarmee het publiek ieder, die dit schoon waagt aan te
tasten, meent te moeten beschuldigen? Toch.... optreden als beschuldiger is een
hachelijke onderneming, wanneer de beschuldiging, zooals dikwijls voorkomt, uitgaat
van een leek. Dit blijkt uit den storm van verontwaardiging, welke opgaar, wanneer
een oogenschijnlijk gezonde boom gerooid wordt.
Nog meer komt het voor bij snoeien. Nu zal iedereen erkennen, dat een sterk
ingesnoeide boom het eerste jaar geen sieraad is, maar we moeten verder zien dan
het oogenblik en dan weten we, dat snoeien in een bepaalde levensperiode van den
boom absoluut noodzakelijk is en gelijk staat met verlenging van levensduur.
Een andere oorzaak kan zijn het verplanten.
Hoe zeer we er tegen in opstand mogen komen, we leven nu eenmaal in een
tijd, waarin de poëzie dikwijls plaats moet maken voor proza. Zoo ontkomt geen enkele
„levende" stad aan de gjschen van het moderne verkeer met rechte, breede straten,
die onverbiddelijk alles uit den weg ruimen, wat een hindernis vormt. Moeten we niet
dankbaar zijn, dat de tegenwoordige techniek ons tenminste in staat stelt, volwassen
boomen te verplaatsen? Natuurlijk gaat dit niet met het wortelgestel in zijn vollen
omvang, moet dit sterk ingekort worden evenals de kruin om benoodigde levensenergie
uit te sparen en terwille van bet evenwicht. De lengte van zoo'n boom in aanmerking
genomen, kan het ons verbazen, met hoe weinig wortels hij toch nog kans ziet,
voldoende voedsel uit den bodem te halen. Niet aile soorten echter zijn hiertegen
bestand. De gewone iep is wel de sterkste; reden, waarom deze dan ook het meest
gebruikt wordt.
Telkens heeft men opnieuw geprobeerd, in de binnenwijken der steden eenige
afwisseling te brengen, doch, steeds is gebleken, dat alleen een iep tevreden is met het
kleine, onvruchtbare plaatsje, dat gasleidingen, rioleerbuizen, waterleidingen, telefoon-
en telegraafkabels overlaten. Daar komt nog iets bij, Hoe intensiever het verkeer