die veel aandacht heeft voor allerlei eigenaardigheden doch niet voor verkeers- objecten niet behoeven te redden tegen of te waarschuwen voor Fordjes of kilometervreters. Nu het derde punt. Die mooie molen, fraai zoowel van uit de zee gezien als van een buitenwandeling over den Zeedijk1 dreigt te verdwijnen. Welk een genoegen was het dien fraaien dag de lange pier af te wandelen tot heel vooraan de haven, daar de groote witte meeuwen over ons heen te zien en te voelen strijken en terug te blikken op het silhouet van de stad met dien fraaien molen. Deze molen schijnt geen voldoende „rendement" meer te geven. Moet hij weg? Is er een mogelijkheid de maalinrichting te verbeteren met behulp der electriciteit? De Vereeniging „De Hollandsche Molen" zal hiervoor zeer zeker wel advies- willen verstrekken; adres Heerengracht 540, Amsterdam. Harlingen bedenke zich wel dat in de schoonheid van een stad niet alleen een deel van haar welvaart is gelegen doch dat het een dure plicht is het kostbaar erfstuk onzer vaderen, dat is de schoonheid te behouden. Dat moest Heemschut's secretaris van 't hart. A. K. HARLINGEN. DE ZOUTSLOOT GEZIEN NAAR HET WESTEN. DEZE DREIGT GEDEMPT TE WORDEN

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1927 | | pagina 9