r De Vereeniging Hendrick de Keyser deed nuttig werk door de bekende gevels aan de Nieuwmarkt 20 en 22, reeds in 1918 aangekocht, te doen herstellen. Ze zijn nu gereed. Nu zal de Vereeniging bij de opening van het Historisch Museum in de St. Anthoniswaag, vlak daarbij, begin November een goed figuur maken met haar bezit. De Secretaris. HET HUISJE MAARLAND 24 DEN BRIEL. In den zomer van 1925 kwam er 'n keer een spoedbericht uit Den Briel. Daar zou een merkwaardige oude gevel afgebroken worden. Er was een bouwaanvraag voor een nieuw huis en er was geen steekhoudend argument om deze te weigeren. Wat te doen? Direct erheen. 'tWas op de valreep. Een jSlan gereed en de eigenaar wilde bepaald op die plek wonen. Het was een dag van hard loopen, onderhandelen, voegen, plooien en de koop werd afgedaan, met 'n slag om den arm van een vergaderingsbesluit. Twee dagen daarna was 't huisje eigendom van de Vereeniging Hendrick de Keyser. Erg oogelijk zag de gevel er niet uit, gepleisterd, geverfd, gescheurd, voorover hangend. De Gemeentearchivaris van Den Briel, de heer JOH. M. BEEN, schreef een artikel over 't huis in ons blad, in 't Julinummer 1925, en wist uit te maken, dat het huis was geweest van Admiraal WlTTE CORNELISZOON DE WlTH, bij verkorting Admiraal „Dubbelwit". Toen kwam de moeilijkheid, het huis bruikbaar te maken. Binnen is 't opgeknapt en voor bewoning behoorlijk dienstbaar gemaakt. De gevel werd schoongemaakt, gehakt, gekrabd, geloogd en er kwam frischroode baksteen voor den dag, afgewisseld met zandsteenen banden. De engelkopjes, van de dikke verflaag ontdaan, bleken zeer fijn gehakt te zijn. Het schild op den gevelsteen bleek volkomen gaaf en goed gemodelleerd, 't Is St. Michiel, den duivel verslaand, nader toegelicht met de spreuk PERFER ET OBDVR. De goedgesmede ankers werden losgehaald, schoongemaakt en weder geplaatst. Zoo is met elkaar een huisje ontstaan waarvan niemand spijt behoeft te hebben dat 't gebleven is. De vensters zijn natuurlijk niet origineel. Men had hiervoor in de plaats kruisvensters met luiken, glas-in-lood en verder toebehooren kunnen maken, doch dit restauratie-begrip zijn we nu te boven, hebben we gehad. Liever een echt achttiende- of negentiend'-eeuwsch venster dan een valsch zeventiend' eeuwsch, liever een echte zilverbon dan 'n valsch bankbiljet. Men verandert alleen wat bepaald leelijk is en de rest laat men zoo. Nog een notitie voor den historiker. Bij het schoonmaken van den gevel is het gebleken, dat de gevelsteen niet bij den lbouw van den gevel geplaatst is, doch later daarin gezet is. Dat bleek uit kleinigheden en uit 't metselverband. Dat beantwoordt wellicht vragen, gesteld in 't artikel van den heer BEEN, omtrent het aanbrengen van het embleem der orde waartoe WlTTE DE WlTH behoorde, nadat hij niet meer in Den Briel woonde. We plaatsen hierbij de afbeelding van het huisje na de herstelling en zetten daarnaast, tot vergelijk, nog eens de afbeelding van het vorig jaar. A. A. Kok.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1926 | | pagina 6