MAANDBLAD VAN DEN BOND HEEMSCHUT
SECRETARIAAT: SINGEL 119, AMSTERDAM. TELEFOON 46586
3DE JAARGANG AUGUSTUS 1926 No. 8
WERKZAAMHEDEN VAN DEN BOND HEEMSCHUT,
De tentoonstelling in Den Briel is alweder ten einde. Tot juist begrip: de Zuid-
Hollandsche Vereeniging tot bevordering van Kunstnijverheid en Volkskunst had
in Den Briel een tentoonstelling georganiseerd met de bedoeling eenvoudige kunst-
nijverheidsproducten nader te brengen tot de dorpsbevolking van VoornePutten. Zij
vroeg aan Heemschut de bouwkunst-afdeeling te willen verzorgen, hetwelk niet beter
geschieden kon dan door een verzameling projecten in te sturen van het adviesbureau
n.1. velletje voor velletje naast elkaar een ontvangen slecht bouwproject en daarnaast
de herziening. Nu is het heel moeilijk te controleeren wat het effect van zulk een
tentoonstelling is, immers velen onderscheiden werkelijk niet het verwarde en slechte
van het eenvoudige en goede in de architectuur. Mogelijk zijn er ook wel bezoekers
geweest, die de mislukkingen veel mooier vonden dan de verbeteringen. Dit is niet
zoo gek omdat bij het adviesbureau zich bij herhaling het geval voordeed, dat iemand
wiens project verbeterd werd, zijn eigen misbaksel hardnekkig bleef beter vinden. Toch
weten wij, dat de tentoonstelling kans heeft goede vruchten te hebben afgeworpen.
Leeraren van een technische school uit de naaste omgeving bezochten met hun leer
lingen de tentoonstelling en gaven daarbij toelichting. Juist deze leerlingen zijn het, die
in later jaren de dorpsbouwkunst tot stand zullen brengen. Dat ook de Pers goed
begreep waar het om ging blijkt uit een critiek in de „N, Rott. Crt." waaruit wij
knippen: „Het hart krimpt ineen wanneer men de monsterachtige dingen beziet, die
zouden verrezen zijn zonder hun tusschenkomst. Het streven van dergelijke Vereenigingen
is bijzonder sympathiek en verdient grooten steun." De meervoudsuitgangen in deze
critiek duiden op de inzending van Heemschut en van het adviesbureau Noord-Holland,
dat eveneens een dergelijke inzending verzorgd had.