Ook in de hal ligt de nadruk voor een groot gedeelte op de van de dikke lagen
witkalk ontdane stucadoorskunst, waarbij voor veranderingen en aanvullingen zooveel
mogelijk naar aanwezige stukken of gedeelten daarvan afdrukken werden samengevoegd.
In de zaal achter de hal bevindt zich een zeer fraai geornamenteerd plafond, nog
volkomen gaaf, waarin een plafondschildering, die reeds eenige jaren geleden van
overmatige vernislagen ontdaan was en die, hoewel op zichzelf geen al te merkwaardig
specimen, door algemeene tonaliteit in-het geheel toch een onmisbaar onderdeel is.
Boven de groote zaal is door uitbreken der tusschenwanden een tweede lagere
zaal geformeerd, die als boekerij is ingericht, wat mogelijk was doordat de verdieping-
in-de-kap op het hoofdtrappenhuis aangesloten werd, en zoodoende nog de noodige
slaapkamers kon leveren, waarbij bovendien ter meerdere verlichting in den eenigszins
leegen tympan van den voorgevel een ovaal raam werd aangebracht.
Overigens is aan de gevels weinig veranderd. Een voorstel, de oude roedeverdeeling
te herstellen, kon, evenmin als een compromis-voorstel, deze te vervangen door
spiegel-glas-in-lood de toekomstige bewoners bekoren, wat zich in verband met de
fraaie uitzichten op de omringende vijvers en parken laat indenken, doch ten aanzien
van het gebouw als zoodanig te betreuren valt. Wegens de groote kosten die een
uitwendige restauratie van de zijgevels, die in tegenstelling met de deftige beschaafde
voorgevel een uiterst rommelig samenstel vormen, met zich mee zou brengen, werd
daarvan afgezien en besloten een en ander te laten begroeien.
Wat de historische ontwikkeling van het gebouw aangaat, bij het breken werden
voldoende aanduidingen gevonden om de geschiedenis van het huis als volgt te
reconstrueerenhet voorgebouw stamt waarschijnlijk uit het begin van de 17de eeuw
en bevatte alleen de voorste reeks vertrekken, waarvan de tegenwoordige studeerkamer
en vestibule, voorzoover uit de aanwezige zoldering kon worden afgeleid, één zaal
vormden. Daarna is de vest(bule afgescheiden en de hal aangebouwd, waarschijnlijk
over de volle breedte van de tegenwoordige salon, waarvoor aanwezige deurstelling
en symmetrische opbouw van het boventrappenhuis met de daarin voorkomende
ornamenteeringen zouden kunnen pleiten.
Daarna is dan te stellen de derde phase, waarin het gebouw van een nieuwen
voorgevel voorzien werd en aan de hal de groote zaal werd uitgebouwd óver de
achter het oude huis loopende „Scheybeeck" heen, welke beek nu nog onder de kelders
doorstroomt. Tegelijkertijd werd de vestibule van nieuwe ornamentatie voorzien en in
de tegenwoordige eetkamer de reeds genoemde betimmering aangebracht. Het tijdstip
van deze veranderingen moet in het laatst van de 18de eeuw gesteld worden, waarmee
ook overeenkomt de dateering van het plafondschilderstuk 1774 L. E. D. B. Het is
totnogtoe niet gelukt uit deze letters den naam van den schilder terug te vinden.
De keukenuitbouwen, het aanbrengen van de tegenwoordige ruitverdeeling, en van
het balkon in den voorgevel, dateeren uit de 19de eeuw. Het laatste moest vernieuwd
worden, doch een voorstel het te laten vervallen en het bovenliggende „raam" door
een tweetal vleugels met voluten aan het onderliggende hoofdgestel te koppelen kon
uit een oogpunt van practische bewoning geen gevolg vindenbij de vernieuwing is
het gegoten hekwerkje door een modern gesmeed hekje vervangen van zoo weinig
mogelijk pretentie, terwijl ook voor het inwendige de nieuwe gedeelten niet als copie
zijn behandeld, doch getracht is met behoud van voorhanden gegevens het nieuwe werk
aan de sfeer van het bestaande aan te passen.
Ir. H. T. ZWIERS, B.-I.