MAANDBLAD VAN DEN BOND HEEMSCHUT
SECRETARIAAT: SINGEL 119, AMSTERDAM. - - TELEFOON 46586
3DE JAARGANG JUNI 1926 No. 6
DE RESTAURATIE VAN HUIZE SCHEYBEECK TE BEVERWIJK.
Bij de restauratie van huize „Scheybeeck" te Beverwijk werd van de zijde der
toekomstige bewoners de nadruk gelegd op diverse moderne eischen, als de aanleg
van centrale verwarming, een electrische lift van het sousterrain naar de verdieping.
Op deze verdieping lagen door hoogteverschillen niet meer dan twee kamers op telkens
gelijk niveau. Eisch was zit- en slaapkamer van de vrouw des huizes met een klein
kamertje, lift en W. C. tot een binnen het huis afsluitbare afdeeling te maken. Hierdoor
ontstond op de verdieping het liftportaaltje, waarin alle hoogteverschillen gecombineerd
werden en een op het hoofdtrappenhuis uitkomende schuifdeur de gevraagde afsluiting
gaf. Van de daartoe noodige verkleining der zitkamer werd gebruik gemaakt voor een
zitje. De lift komt op den beganen grond uit in een tot garderobe met toilet ingerichte
ruimte, oorspronkelijk een vertrek van onaangename afmetingen. Deze oplossing maakte
het tevens mogelijk de hinderlijke hoek in de hal, met de al te opvallende plaatsing
der W. C. daarin, te dichten tot manshoogte, terwijl de verlichting daarboven door
een glas-in-loodraam werd gevonden.
In de ruimte naast de vestibule werd onder een 19de-eeuwsch plafond een totaal
vernielde moer- en kinderbalkzoldering aangetroffen, terwijl bij slooping van den
schoorsteenboezem daaronder een oude schuine boezem bleek te zitten. Waar beide
niet voor herstelling vatbaar bleken, werd een geheel nieuw balkenplafond gemaakt,
in aansluiting met een eiken betimmering, waarin de bestaande deuren naar de achter
liggende kamer als kastdeuren, de afgeloogde luiken van de raam- en deuropening en
een nieuwe zitbank werden opgenomen. Uitgangspunt was hier het oorspronkelijke
idee, gebaseerd op de gevonden elementen, echter zonder in de details aan dit nieuwe
werk oude vormen te geven.
Ter andere zijde van de vestibule, die in zijn tegenwoordigen vorm een meester
stukje van 18de-eeuwsche architectuur en van stucadoorkunst is, bevindt zich de
eetkamer met een fraai betimmering uit denzelfden tijd, welke zooals meer Hollandsche
werken wel gemeenschap vertoont met Louis XV en Rococo vormen, doch dat steeds
op een wijze, waar we niet een wufte overdadige luxe, doch de deftige rijkdom van