een brok geschiedenis. Zij zijn niet een geschiedenis geschreven op vergankelijk papier, maar zij zijn een geschiedenis van onvergankelijk steen en hout en daarom een kostbaar bezit voor ons. Het mooist ziet ge de Muurhuizen wel bij het Sluisje, waar het Sint Josephgesticht met zijn vele nonnekens is. Vaak treft ge daar tusschen de oude geveltjes die zwart- gekapte en gesluierde devote vrouwen, zich haastig voortbewegend. Dat zijn tafreeltjes, die U terugroepen naar de tijden van weleer. Oh, het is in die achterafbuurtjes van ons stadje zoo schoon. In alle eenvoud zonder pronk rijen de huisjes zich aaneen tot straatjes. Ik zou het willen, dat onze Burgemeester en onze Wethouders veel gingen wandelen door onze oude straatjes, 's Morgens in de vroegte, wanneer er nog een mistig gordijn hangt tusschen de huizen, hier en daar verdicht door wat rook uit een schoorsteen, of 's avonds als de zon naar bed toegaat en een laatste groet in prachtige gloed op de trapgevels en daken der huizen schrijft,, terwijl het daaronder al donkerüs met wandelende schimmen in de stille straatjes met hier en daar een verlicht venster door de roeden verdeeld gelijk een dambord. Als men dat vele malen bekijkt dan kan het niet uit blijven of men wordt door de sublieme schoonheid ervan ontroerd. En niet een enkele gevel is dan schoon, neen het' is zoo'n straatje in z'n geheel, dat ons te vertellen heeft van veler eeuwen gebeuren. Die oude plekjes zijn van niet te overschatten waarde. In een tijd als de onze van ruw vandalisme is dus een vraag, die zich dadelijk aan ons opdringt: „Hoe be houden wij die oude plekjes?" Ons gemeentebestuur heeft daartoe een monumentencommissie in het leven geroepen. Die commissie heeft met heel veel zorg een monumentenlijst samengesteld en aan alle gebouwen op deze lijst voorkomende mogen buiten haar voorkennis en eventueele goedkeuring geen werkzaamheden verricht worden. Wij zijn het gemeentebestuur dankbaar dat het deze commissie in het leven heeft geroepen, want daarmede is blijk gegeven de belangen van onze oude stad te willen behartigen. Het moet mij in het belang van ons oude stadsschoon hier echter van 't hart, dat deze commissie nooit het gewenschte resultaat zal hebben, indien haar werkzaamheden niet worden verruimd. Wanneer ik een paar prachtige schilderijen tusschen een verzameling bazarrommel hang zullen mijn goede schilderijen het niet doen en zal de bazarachtige entourage een aanfluiting zijn van mijn goede stukken. Het één verlangt door het ander gedragen te v/orden. Zoo ook met onze oude gevels. Wij kunnen de besten op een lijst plaatsen en die zorgvuldig bewaren, wat baat het als er naast en er tegenover de meest karakter- looze bouwsels verrijzen. Het gaat ermede als met m'n schilderijen. De mooiste oude gevel doet het niet meer en de omgeving wordt een aanfluiting. Menig geval is hiervan in onze oude binnenstad aan te wijzen. Wil onze gemeentelijke monumentencommissie het gewenschte resultaat bereiken dan is het noodig, dat alle bij het gemeentebestuur inkomende plannen betreffende op te richten bouwwerken in de oude stad ter beoor deeling worden toegezonden aan de monumentencommissie, opdat niet een enkel geveltje gespaard worde, maar wat van veel grooter belang is, dat ons oude stadsbeeld onverminkt blijve Dat het Gemeentebestuur van ons schoone Amersfoort hiertoe besluite! G. Adriaans.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1926 | | pagina 10