DE MAASBRUG. De Maasbrug van Maastricht is ongetwijfeld bij de lezers van dit blad voldoende bekend,1 om de geschiedenis ervan te kunnen achterwege laten. Wij kunnen ons dus bepalen bij de oogenblikkelijke kwestie. De tegenwoordige toestand van de rivier de Maas veroorzaakt jaarlijks min of meer ernstige overstroomingen, waardoor vooral de dorpen Heugem, ten Zuiden van Maastricht en Limmel, Borgharen en Itteren ten Noorden van Maastricht geteisterd worden. Dezen winter (einde December en begin Januari) heeft deze overstrooming de afmetingen aangenomen van eene catastrofe,gedeeltelijk stond ook Wijk-Maastricht onder water, terwijl groot gevaar voor dijkdoorbraken, die tot nog erger gevolgen zouden hebben geleid, heeft bestaan. De overstrooming bij Heugem is het gevolg van de z.g. Heugemer Overlaat, die noodig is, omdat bij hooge rivierstanden het Maas profiel niet voldoende is al het water op te nemen en de stad Maastricht zelf dan zou overstroomen. De tegenwoordige Maasbrug met haar vele en zware pijlers draagt wel eenigszins bij tot de plaatselijke verkleining van het doorstroomingsprofiel, toch is de daardoor veroorzaakte stuw niet zoo sterk, als van zekere zijde op tendensieuze wijze wel wordt aangevoerd. Volgens mededeelingen van Ir. KEULERS, lid van de nader te noemen Commissie ingesteld door de Rijksmonumentencommissie, welke mededeelingen steunen op de waarnemingen gedaan door den Provincialen Waterstaat, heeft men bij den hoogsten waterstand van dezen winter (dus toen de stuw der brug het sterkst werkte) een hoogteverschil geconstateerd in de rivier tusschen een punt 100 M. ten Noorden en een punt 125 M. ten Zuiden van de brug, yan 23 cM. Daar het normale verhang in de° Maas hier 4 cM. p. 100 M. bedraagt, komen dus de 15 cM. op rekening van de brug. En zelfs zou volgens een deskundige als den oud-Hoofdinspecteur van den Rijks-Waterstaat Ir. RAMAER de invloed van deze 15 cM. over den grooten afstand tot de Heugemer Overlaat bij deze laatste tot slechts enkele millimeters gereduceerd zijn. RAMAER ontraadt dan ook ten stelligste den Heugemer Overlaat te sluiten zelfs al zou de Maasbrug geheel verdwijnen en de Maaskanalisatie voltooid zijn, uit vrees voor overstroomingsgevaar voor Maastricht. Toch is deze stuw een der motieven van de voorstanders van het afbreken van de brug. Dit is natuurlijk reeds een oude kwestie die ieder jaar weer opduikt, om als de waterstand weer normaal is geworden weer in het vergeetboek te raken tot de volgende was van de rivier. In verband met de verbetering der scheepvaartwegen in Zuid-Limburg, n.1. het graven, van het Julianakanaal en het kanaliseeren van de Maas van de Belgische grens (Zuidelijk van Maastricht) tot het begin van het Julianakanaal (Noordelijk van Maastricht, bij Borgharen) is de Maasbrug in veel sterkere mate „une question bruiante" geworden. i -De Maasbrug in haar tegenwoordigen toestand is een belemmering voor het scheepvaartverkeer op de gekanaliseerde Maas om de volgende redenen: le. De doorvaarthoogte is te laag. j 2e. De breedte der doorvaartopeningen is te gering. 3e. De opstuwing is een gevaar. Dit zijn vaststaande feiten die door kiemand worden ontkend. Nog andere bezwaren worden genoemd, welke evenwel door ahderen worden bestreden en die dus nog niet als vaststaand kunnen worden beschouwd.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1926 | | pagina 5