„OUD-HOORN".
De oude bouwwerken en antieke gevels uit den bloeitijd van ons land, trekken ook
in Hoorn jaarlijks nog tal van vreemdelingen, die er een verre reis voor over
hebben, om te bewonderen datgene, wat de bouwmeesters uit dien tijd ons hebben
nagelaten, om te genieten van lijn en proportie en het grootsche, maar ook dikwijls
intieme karakter, wat spreekt uit die stille maar welsprekende getuigen uit vroeger
eeuwen. En met reden! Hoorn bezit nog menig monument, dat die belangstelling
verdient. Echter, hun aantal neemt gestadig af. Zij worden afgebroken, omdat zij niet
meer beantwoorden aan de eischen van het tegenwoordige levenzij moeten wijken
voor nieuwe, moderne gebouwen. Deels uit financiëele, deels uit practische over
wegingen gaan velen er toe over, deze oude gebouwen te vervangen door andere.
In zijn „Oude Monumenten van Hoorn" (1916) door J. C. KERKMEYER, klaagt de
schrijver reeds: „Eigenaardig is het om te zien, hoe in den betrekkelijk korten tijd,
die sedert 1891 verloopen is, reeds zoovele mooie overblijfselen verdwenen zijn. Het
is te hopen", zegt hij verder, „dat dit zoo niet voortgaat en dat men in het algemeen
zal gaan begrijpen, welke waarde die mooie, oude voorwerpen bezitten. Dan zal men
zeker spaarzamer en voorzichtiger omgaan met datgene, wat getuigenis aflegt van wat
onze voorouders praesteerden op het gebied van Bouw- en Sierkunst".
Weinig zal de schrijver hebben vermoed, dat zijn wenschen reeds zoo spoedig in
vervulling zouden gaan. Wanneer het publiek, dat dikwijls onverschillig staat tegenover
vele dingen, die hun belangstelling verdienen, eens wordt ingelicht en wakker geschud,
dan verandert die onverschilligheid bij de ontvankelijken wel in interesse. Zoo ook
hier. De Commissie van Toezicht op het West-Friesch Museum en het Bestuur van
het teekengenootschap „Debutade" belegden een vergadering met hen, die blijk van
instemming hadden gegeven met den inhoud van een artikel van den heer KERKMEYER
in de plaatselijke bladen van 12 Dec. 1916, waarvan de strekking was de aandacht te
vestigen op de wenschelijkheid, om meer dan tot nu toe geschiedde, in waarde te
houden, de overblijfselen van kunst en smaak uit vroeger eeuwen. De bijeenkomst
diende ter bespreking van maatregelen tot het behoud van het antieke karakter van
onze stad en van haar oude bouwwerken.
Het gevolg van deze besprekingen was, dat 6 Juni 1917 de Vereeniging „Oud-
FOTO
HET GERESTAUREERDE HOUTEN FRONTON NIEUWSTRAAT 17
TE HOORN, MET VOORSTELLINGEN BETREKKING HEBBENDE
- OP DE ZEEVAART -