plannen laten ontwerpen om de beide gebouwen tot een geheel te maken overeen komstig de wenschen van het bestuur der Vereeniging. Deze houden in, dat de open ruimte tusschen de beide gebouwen, (die reeds voor het rijverkeer afgesloten is omdat de dreuning der vrachtauto's en zware wagens schade aan de oude gebouwen doet) tot een Museumtuin ingericht zal worden, waar de fragmenten van gesloopte bouw werken kunnen geplaatst worden, gelijk dat meer geschiedt bij musea. Om dat te bereiken moet deze ruimte afgesloten worden en wel op zoodanige wijze, dat het stadsbeeld niet geschaad en zoo mogelijk nog verbeterd wordt. De hierbij geplaatste afbeelding geeft een indruk van het te verwachten resultaat, waarbij nog op te merken valt, dat het ondergedeelte van het perceel Brink 74 en het daarnaast liggende pand weinig aantrekkelijks bieden en het ondergedeelte van den zijgevel van het huis de drie vergulde haringen, eveneens door het inbrengen van kozijnen in lateren tijd vrijwel mismaakt is. De muurtjes verbergen dat, en de gesloten wand doet zoowel de straat als de gebouwen winnen in uiterlijk aanzien. Edoch, niet ieder denkt er zoo over, de een wil een hek, de ander geen muurtjes, weer een ander wil een luchtbrug, Deze brug nu is totaal overbodig daar de beide gebouwen een ondergrondsch everbinding krijgen. Het Gemeentebestuur heeft de muurtjes als tooneel-decor tusschen de beide ge bouwen laten plaatsen. Het is te hopen, dat de rust in de gemoederen weerkeert, dat men overtuigd moge worden en dat zoowel het museum als de stad daardoor aan aantrekkelijkheid moge winnen. Deventer. W. UlJTENHOUDT, Architect. Naschrift. Inmiddels besloot de Gemeenteraad tot het maken van den tunnel en tot het weglaten van de muurtjes. De leelijke luchtbrug is er tenminste niet gekomen en het stadsbeeld blijft ongeschonden. r zijn in die stille stadjes aan de Zuiderzee schatten van schoonheid verborgen. Veel is er geschonden, afgebroken en bedorven, de bevolking zelf had meestal te weinig oog voor de schoonheid van haar stedeke, zonder piëteit werd oude pracht vernietigd, zonder stijlbesef nieuwe leelijkheid gebouwd. Ook hier in 't oude Hindeloopen is dat zoo. Want, om daarmee te beginnen: wat is er nog veel moois. Hoe prachtig is 't gezicht al op 't kleine stadje van maar duizend zielen van den trein uit! Stoer rijst de hooge Renaissancetoren boven de roode daken. Stapt ge uit aan 't station, twintig minuten van de „stad" (één van de elf, we zijn er trotsch op!) dan ziet ge 't eerst als een schoon silhouet zich afteekenen tegen den hoogen heuvel. Dan verdwijnt het een tijdje achter den hoogen dijk, zijt ge de bocht om dan ligt het ineens weer, verrassend, voor U. Ook zoo van dichterbij is het mooi. Veel achtergevels bleven nog ongerept en vormen samen een goed geheel. Eén witgepleisterde valt er leelijk uit. Red. STADJE AAN DE ZEE.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1926 | | pagina 8