:V .vijaiKwuv^ ^lvc'> VESTINGWERKEN VAN BERGEN OP ZOOM IN 1671, DE WOUWPOORT is, niet meer als verdedigingsmiddel, maar zuiver als toegang over de „Nieuwe haven". De poort zelf was in 1595 gedeeltelijk verwoest en diende nu in 1622 nog als „Kruittoren". Ook de Houtepoort was verdwenen en opgenomen in het bastion „Boerenverdriet", 'twelk met de daarvóór gelegen ravelijnen diende om een aanval uit het zwakke, over de slikken toegankelijke Noord-Westfront beter op te vangen. Het was ÖAVID VAN ORLIENS, die na 1622, als ingenieur met de verbetering van de vesting belast werd en ook de op deze kaart aangegeven naar het Zuiden vooruit geschoven forten bouwde: „Kijk in de Pot", welke reeds in 1628, toen zij pas klaar waren, hun doelmatigheid nog tegen de Spanjaarden konden bevestigen. Terwijl wij nu wel weten wat er van de 13de eeuwsche O. L. Vrouwepoort geworden is (ze stond midden in de vesting en onderging niet veel kwaad; nu staat ze er nog) kunnen wij niet zeggen wat er bij al deze veranderingen met de Verloren- Kostpoort geschiedde. Op geen enkele teekening in mijn bezit staat ze nog aangegeven in 1580 bij een overvalling had ze haar diensten nog bewezen (inzonderheid aan den indringer!) maar het groote en mooi gelegen Bagijnhof was sinds dat jaar aan de „Hervorming" prijs gegeven en langzamerhand was het vervallen. En toch interesseert ons dit gedeelte, want door haar kwam „de Zoom" de stad binnen, onder haar bevond zich de sluis en zoo maar kon ze dan ook niet verdwijnen: in haar plaats kwam een ravelijn en daar ontwierp, zooals de volgende plaat doet zien, COEHOORN het „Ravelijn op den Zoom", 'twelk er nu nog staat en het tweede interessante vestingstuk is van een onzer meest beroemde grensvestingen, die sinds 1580 als onneembaar beschouwd, slechts in 1747 deze eere-titel verloor. Alvorens daartoe over te gaan wil ik eerst nog op enkele plaatjes wijzen in 1671 door JOSUE DE GRAVE geteekend, die een duidelijk beeld geven van enkele vesting- v w»,vV»«V'

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1926 | | pagina 11