op den toren; ging aan andere orde. Inen om en bracht pat is een advies euwe aanleg zal 5 bereikt, heeft daar heel een particuliere teurig heeft doen lat het park een n succes in dezen besturen zien de verbetering in te te bereiken ter lem iemand een fin naam daarbij, pieden, waarvoor ioort de barrière, belsteenen, na de bij al het nieuwe bi) het afbreken jeven. Het ware te zien wat men ar 't ledige niets En derde male de omdat voordien |d werd. Dit feit in een monument, tjing van hooger- |t ons: de laatste fche vesting had let met water pisten, een poort. Si of Dinkelsbühl £h ook hoe fraai vesting bezitten meer van over, Nieuwmarkt is. lelpoort en den Iblijfselen van de irnwouder poort, |e weten, dat tot p latere poorten Ie Houtpoort, de joeren sterk ver- nieuwe vesting- stelsels. De muren maakten plaats voor aarden wallen, aan de wéérzijde bekleed met muren en daarbuiten een breede gracht, soms met nóg een wal en nóg een gracht. Een vrij gaaf voorbeeld van zulk een vestingstelsel geeft Naarden. Helaas is daar echter van de poorten niets over. De poorten behoorende bij de zeventiend'eeuwsche vestingen waren heel anders dan hun voorgangers Spraken de laatsten door hun borstweringen, schietgaten, weergangen, machecoulis van afweren op korten afstand, de zeventiend'eeuwsche poorten hadden iets vredigs. Zij waren meer wachthuizen dan vestingwerk. Het waren steenen vrijstaande bouwwerken met hooge leiendaken. Amsterdam had er verschillende, de Haarlemmerpoort, door HENDRICK DE KEYSER gebouwd, de Muiderpoort, Weesperpoort en Utrechtsche poort, deze drie naar één model gemaakt, doch allen gesloopt, behalve de Muiderpoort, die in 't jaar 1769 inzakte. Haarlem heeft van deze type poorten niets bewaard. Nog later, in de achttiende eeuw, kregen de stadspoorten een nog genoegelijker en vriendschappelijker aanzien. Voorbeelden zijn de Muiderpoort te Amsterdam van 1770 en de Delftsche poort te Rotterdam eveneens van 1770. Een vreemdeling wien men te raden zou geven wat voor bouwwerken dit toch wel zijn, zal eerder zijn gedachten doen uitgaan naar een are de triomphe dan naar een verdedigingswerk. In deze lijn doorgaande zijn in het begin der negentiende eeuw op velerlei plaatsen de barrières gemaakt. Het doel van stadsafsluiting combineerende met het Napoleontische belastingstelsel der invoerende rechten, bestond zulk een barrière uit een brug met aan de binnenzijde ter weerszijden een huisje, daartusschen een hek en aan de stads-buitenzijde soms nog een hek tusschen steenen peilers, een hekkepoort. Het doel wordt geïllustreerd door het verhaal van een bejaarden vriend, die zich herinnert als kind in 't jaar 1860 's avonds Amsterdam binnengekomen te zijn in een diligence door de Muiderpoort en toen met schrik ontwaakte doordat de Kommies met een lantaarn in de wagen kwam; er moesten bij die gelegenheid invoerende rechten betaald worden voor de koek en melk welke het gezelschap als leeftocht voor de lange reis van Elburg naar Amsterdam I DE GROOTE HOUTPOORT TE HAARLEM IN 1820, VAN DEN RAAMSINGEL GEZIEN

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1925 | | pagina 3